Restauratieverslag Erres KY158
door: Jan Post
Het grondig restaureren en weer in nieuwe staat terug brengen van een radio is een hele klus maar leuk om te doen. Jaren terug heb ik als eerste apparaat een Philips 536A weer in originele staat teruggebracht. Na deze 536A is door mij nog een aantal apparaten volledig gerestaureerd, waarvan enkele verslagen al eens zijn opgenomen in het RHT.
Ik was al lang op zoek naar een Erres KY158 omdat mijn oom in Vroomshoop, waar wij het laatste jaar van de oorlog hebben doorgebracht, nooit zijn Erres heeft ingeleverd. Achteraf gezien een wonder dat dit goed is afgelopen voor mijn familie. Op zekere dag werkte het apparaat niet meer goed, en samen met mijn oom heb ik toen de achterkant losgenomen, om snel de fout te localiseren, namelijk een lekkende elco die het liet afweten. Aan de overkant van het kanaal zat toentertijd een radiohandelaar in een gesloten herenhuus die nog een nieuwe elco had. Na het vervangen van dit defecte onderdeel werkte het apparaat weer prima.
Dit was mijn eerste radioreparatie, ik was toen 9 jaar. Voor mij stond toen al vast waar ik later mijn dagelijkse boterham mee zou gaan verdienen. Mijn herinneringen aan die tijd brachten mij er toe om ook eens een volledige gerestaureerde Erres KY158 toe te voegen aan mijn verzameling.
Voor dat ik met het uit elkaar halen van het apparaat ben begonnen, heb ik eerst een aantal foto’s gemaakt zodat ik bij het weer opnieuw monteren van het chassis daar nog op terug kan vallen.
Na de volledige sloop ben ik begonnen met alle onderdelen grondig schoon te maken. Bij het uit elkaar halen van de golfschakelaar heb ik naast de platte insteekas een klein gaatje geboord, zodat bij het later weer in elkaar zetten van dit onderdeel alle rotors weer in de juiste stand komen. Alle contacten van de golfschakelaar (contacten doorverbinden), de entrees, buisvoeten, netspanning-instelplaat, luidsprekerschakelaar en de houders van de schaallampjes heb ik opnieuw laten verzilveren.
Opnieuw verzilverd.
De spoelbussen waren aan de bovenkant erg aangetast, maar met fijn schuurpapier en staalwol met poeder zijn deze er weer als nieuw uit gaan zien. Bij gereinigde spoelbussen spuit ik al tijden op de bovenkant een dun laagje blanke lak ter voorkoming van eventuele terugkerende oxidatie. De diverse schuiftrimmers maak ik altijd schoon door deze een poosje in een jampot te leggen met citroensap. Na behandeling met een klein borsteltje en wat schuurpoeder gaan deze er weer mooi uitzien.
Weer als nieuw uitziende spoelbussen en chassis.
De voedingstrafo was ook toe aan een grondige opknapbeurt. Aangezien deze trafo geen compound bevatte, wat toch wel enige bescherming geeft tegen roestvorming door indringen van vocht, was dit onderdeel zonder al te veel moeite weer in een mooie staat terug te brengen.
Na het losmaken van de bouten heb ik alle lamellen uit de spoelkoker gehaald. Het was een en al roest wat ik tegenkwam. Verschillende lamellen waren aan elkaar vastgeroest, ondanks de dunne papierisolatie die op elke lamel aan één kant is aangebracht ter voorkoming van wervelstromen. Het ontroesten doe ik door de lamellen in een bak te leggen met een 40% zoutzuuroplossing. Na ongeveer 15 minuten zijn ze weer brandschoon. Weer dun papier aanbrengen is haast niet te doen, daarvoor in de plaats heb ik alle lamellen aan één kant met een hard wordende blanke laklaag bespoten. De spoelkoker is aan de buitenkant voorzien van nieuw olielinnen en daarna zijn alle lamellen weer in de spoelkoker geschoven. Vervolgens is de trafo in een half matte zwarte kleur gespoten, en met nieuwe bouten voorzien van oliekous (ter voorkoming van onderling contact tussen de lamellen) weer afgemonteerd.
De nettrafo na een grondige opknapbeurt.
Het chassis en het schaalframe waren ook erg verroest. Na het glasstralen zijn deze gecadmeerd en na deze behandeling heb ik bij een spuitbedrijf ze in de originele zilverkleurige lak laten spuiten. Het metalen schaalframe is aan de binnenkant weer met een crèmekleurige lak bespoten. Het ruitje voor de schaal was erg geel geworden, dus ik heb een nieuw ruitje met de daarachter liggende schaal met een aantal holnietjes weer vastgezet op het schaalframe.
De wijzer en de pijl voor de bandindicatie zijn opnieuw gespoten met een rode spuitlak. Tot slot is er nog wat tijd besteed aan het snaarwiel. Een gedeelte van dit onderdeel bestaat uit aluminium met hieraan door middel van vier holnietjes bevestigd een harde papieren schijf. Dit onderdeel zag er niet best uit, vooral de aluminium schijf was behoorlijk aangetast. Na het uitboren van de holnietjes zijn de twee delen afzonderlijk schoongemaakt. De aluminium schijf is weer mooi geworden met fijn staalwol en poeder, de hardpapieren schijf met een borstel en wat groene zeep. De zuigkring S1 en de twee KG-spoeltjes zijn schoongemaakt, en een paar keer in verwarmde bijenwas gedompeld, zodat deze spoelen er ook weer mooi uitzien.
De afgeschermde verbindingen met daarin een aantal keramische kraaltjes die naar de top van de AK2 en de AF3 gaan waren ook aangetast, maar na wat poets- en schuurwerk kwamen deze onderdelen er ook weer perfect uit te zien.
Het grondig schoonmaken van de vele onderdelen is een waar monnikenwerk, daar gaat de meeste tijd inzitten.
De luidspreker was ook toe aan een grondige opknapbeurt. Die heb ik geheel uit elkaar genomen, de verschillende metalen onderdelen laten glasstralen en cadmeren, en hierna de onderdelen in een originele zilverkleurige lak gespoten. Aan de bekrachtigingsspoel zijn nieuwe aansluitdraden gemaakt en een strook olielinnen om de spoel gewikkeld, en vervolgens is de luidspreker weer in elkaar gezet. Met een nieuw stofhoesje is het weer een fraai uitziende luidspreker geworden.
De uitgangstrafo is schoongemaakt en in een halfmatte zwarte kleur gespoten, de draden naar de luidspreker en naar de schakelaar aan de achterkant voor het afzetten van de inwendige luidspreker, zijn in een zwarte linnen kous geschoven. Dit is een wat nettere afwerking dan een stel los hangende draden in de kast. De verbindingen naar de luidspreker heb ik wat langer gemaakt, zodat bij het uitkasten voor een eventuele reparatie men deze draden niet los hoeft te solderen.
De luidsprekerplank moest ik vervangen, aangezien verschillende gelijmde delen los zaten. Voor het aanbrengen van het luidsprekerdoek maak ik eerst een frame dat iets groter is dan de plank waar het doek op komt. Het doek span ik losjes op het frame bovenop een hiervoor gemaakte lichtbak, bij het bevestigen van het doek is het namelijk belangrijk dat de lijnen in het doek mooi recht op de plank komen, en dit is door de lichtsterkte nu goed te zien.
Vervolgens is de plank met de reeds gemonteerde luidspreker ingesmeerd met een voor dit doel geschikte lijm. Onder de vier hoeken van het frame heb ik kleine houten blokjes gelegd en toen kon de plank op het doek. Door wat te schuiven zorg ik er voor dat de lijnen in het doek nu mooi recht langs de luidsprekerplank lopen. Het spannen van het doek gaat vanzelf door het gewicht van de luidspreker. Na de opgegeven droogtijd van de lijm snij ik met een stanleymesje de plank uit het frame. Het voordeel van deze methode is dat het doek mooi strak en bovendien recht op de plank zit.
De afstemcondensator was ook aan een grondige opknapbeurt toe. Het liefs zou ik dit onderdeel geheel uit elkaar halen, maar bij dit type is dat onmogelijk. Daarom bedacht ik de volgende oplossing. Aan de achterkant zit een drukveer die met een schroef op zijn plaats wordt gehouden; die heb ik losgenomen. Deze drukveer heeft als doel dat de rotor goed contact maakt met de massa. Deze ruimte heb ik goed schoongemaakt en tijdelijk opgevuld met een aantal fiberringen. Aan de voorkant van de afstemcondensator is de op de as gesoldeerde hefboom verwijderd en met de rest van de metalen onderdelen gecadmeerd. De afgeschermde aansluiting naar de top van de AK2 is losgenomen, en vervolgens is de afstem-C goed schoongemaakt. Op de diverse aansluitingen boven en onder zijn kleine fiberringetjes geplaatst ter grootte van het keramisch deel, en met een klein druppeltje tin op hun plaats worden gehouden. Aangezien de afstem-C aan één kant open is, heb ik met een stuk stevig karton deze ruimte afgesloten, en daarna met een zilverkleurige lak bespoten en een aantal dagen goed laten drogen. Daarna ook even de gelijkloop gecontroleerd, maar daar hoefde ik niet veel aan bij te stellen.
Toen alle onderdelen er weer mooi schoon uitzagen, was de tijd aangebroken om het apparaat weer in elkaar te zetten.
Het apparaat zit weer bijna in elkaar.
Voor ik verder ga met het verslag, eerst iets anders.
Restaureren is het, voor zover als mogelijk is, in de oorspronkelijke staat herstellen. Maar met de restauratie van dit apparaat ben ik hiervan wel wat afgeweken, en wel om de volgende redenen: Bij deze KY158 is nergens een draadsteun gebruikt, weerstanden en condensatoren hangen gewoon in de bedrading, de elco C37 (25 μF) over de twee kathodeweerstanden R15/16 van de AL4 hangt los aan de draadeinden, zelfs doorvoertules kom je niet tegen in dit chassis.
Voordat ik ben begonnen aan het weer opnieuw in elkaar zetten van het apparaat heb ik eerst goed nagedacht wat ik zou doen: alles weer monteren zoals het oorspronkelijk was, of op bepaalde gedeelten wat afwijken zodat er en mooier en netter geheel ontstaat.
Als ervaren radio- en TV-technicus heb ik toch maar besloten om op bepaalde gedeelten in het chassis wat af te wijken. Ik wil hier niet de indruk geven dat dit een slecht gemonteerd apparaat was, waar alles van doen had met de kostprijs. Laten wij er ook bij bedenken dat het apparaat niet is ontworpen voor een lange levensduur, dat na zoveel jaren het nog mogelijk is om dit apparaat weer in oude glorie te herstellen, is best uniek.
Zoals U ziet op de foto hierboven, maak ik gebruik van twee montagesteunen om het chassis in elke stand op de werkbank te kunnen kantelen.
Ik ben eerst begonnen met de entrees weer op hun plaats vast te zetten met verzilverde holnietjes, daarna de buisvoeten, spoelen, trimmers, potmeters, golfschakelaar, elco en de nettrafo. Vervolgens het leggen van de gloeidraadbedrading voor de buizen en schaalverlichting in oliekous, en het monteren van het LF-gedeelte rond de AL4. De elco C37 over de twee kathodeweerstanden R15/16 is met een klein beugeltje vastgezet op de bodem van het chassis. De weerstanden R13 t/m R16 zijn rondom deze elco gemonteerd, met als resultaat een mooi stevig geheel. De oude micacondensatoren zijn vervangen, sommige waren aan alle kanten bewerkt met een soldeerbout.
De micacondensator C23 over de MF-spoel S16 in de hoek van het chassis had daar zo weinig ruimte dat de metalen schijf gemonteerd op de as van de toon- en bandbreedteregeling dwars door het compound was gesleten.
Tijdens de montage heb ik 3 draadsteunen geplaatst voor diverse weerstanden en condensatoren.
Origineel zijn de vrije contacten van de AZ1 als steun gebruikt, waar diverse weerstanden voor het verzorgen van de gelijkspanning, dat heb ik ook zo gelaten. R26 was voor de restauratie vervangen door een 15 kΩ Vitrohm weerstand van 5 watt. Oorspronkelijk zaten hier 3 weerstanden van 50 kΩ parallel. Daar ik nog een aantal nieuwe rode weerstanden in voorraad heb liggen, kon ik deze originaliteit weer herstellen. C41 is met een papieren strip achter op de golfschakelaar geplaatst, in plaats van los in de bedrading. De zuigkring S1 heb ik aan de zijkant van het chassis vastgezet.
Hier ziet u de zuigkring S1 die aan de zijkant van het chassis is vastgezet in plaats van loshangend in de bedrading.
De potmeters van de neoninstelling, volume en toonregeling zijn vervangen door drie-gats potmeters van Philips. Het vervangen van de potmeter voor de volumeregelaar was wel even een probleem, omdat de as te kort is voor dit model regelaar. Van de oude potmeter heb ik het voorste stuk dat dient om de as vast te zetten, afgezaagd en met een koppelstuk van koper waar de as van 5 mm in steekt en aan het eind overgaat in 6 mm dat in de nieuwe potmeter steekt. Met het afgezaagde voorstuk van de oude potmeter is de as weer vast gezet.
Nadat bijna alle condensatoren en weerstanden weer waren gemonteerd, zijn de afstemcondensator en de KG-spoeltjes weer op hun plaats gezet. Daarna de stationsschaal gemonteerd met de staalsnaar voor de wijzer. Het aanbrengen van de snaar was wat lastig, omdat men goed moet opletten dat het grote afstemwiel exact in de lijn ligt met de kleine wieltjes boven en onder de schaal, anders loopt de snaar er af. Er is niet veel speelruimte bij het afstellen.
Voordat ik het chassis uit elkaar heb genomen, heeft mijn vriend in zijn fotostudio de Philips licentiesticker gefotografeerd en een nieuwe voor mij gemaakt. Hier in Australië heb ik een aantal verschillende typeplaatjes van Erres en Philips laten maken.
Bij het weer in nieuwstaat terug brengen van een gerestaureerd chassis past geen oud verweerd typeplaatje. Het graveerbedrijf Van Hilst in Beverwijk heeft de bestaande gegevens van het apparaat op een nieuw plaatje gegraveerd en met holnietjes vastgezet.
Om te voorkomen dat bij een eventuele sluiting geen grote schade ontstaat in het apparaat, heb ik achter de nettrafo een zekering in de netaansluiting opgenomen. Bij het plaatsen van de nieuwe buizen kwam ik nog iets vreemds tegen. Het Philips neonbuisje 4662 paste niet in het voetje, de pennen waren te dik. Gelukkig heb ik nog een aantal buisjes van het merk R.T.C. in voorraad, en die pasten wel. Heel vreemd, origineel zat er ook eentje van het merk Philips in.
Toen het apparaat weer volledig in elkaar zat, was het spannende moment daar: of het apparaat weer werkte. Maar geen ontvangst bij het weer onder spanning zetten! Nadat ik de meetzender had aangesloten, bleek dat de trimmer C33 niet werkte, deze maakte sluiting. Vreemd, aangezien ik alle trimmers na het schoonmaken nog grondig had getest. Met een andere schuifhuls en het globaal instellen van de MF-trimmers, waren de eerste zenders weer hoorbaar. Na een grondige afregeling werkte het apparaat perfect op alle banden. Het verbaasde mij dat met alleen een AL4 als LF-versterker nog zo’n flink geluid uit de luidspreker komt. Voor het inkasten heb ik de bodem van de kast nog voorzien van een nieuwe geleidende zilverlaag. Om beschadiging aan de voorkant van de kast door het verdraaien van de knoppen te voorkomen, zijn nog een paar viltringen over vernikkelde assen geschoven.
Het apparaat staat inmiddels in mijn woonkamer. In de avonden bij het aanzetten valt meteen de mooie en zeer uitgekiende kleurencombinatie van de naamschaal op. Weer een prachtige aanvulling van mijn verzameling.
Rest mij nog de personen die mij op een voortreffelijke manier hebben geholpen bij het welslagen van deze restauratie hartelijk dank te zeggen, anders was het voor mij onmogelijk geweest om dit mooie eindresultaat te bereiken:
Paul Bolt, voor het leveren van de replica-condensatoren.
Ben Dijkman, voor leveren van replica-luidsprekerdoek, achterwand, en oliekous
Freddy Vercruyce, voor het politoeren van de kast.
Van Hilst in Beverwijk, voor het graveren van het nieuwe typeplaatje.
Leo van Vreeswijk, voor het toezenden van enige foto’s.
Heren, mijn welgemeende dank.