13 februari 2024: De fabricage van vinyl grammofoonplaten. Door Rob de Bie
tekst: Frans de Rooij
Ook in februari was er weer een maandelijkse lezing in het Health Center in Driebergen. Dit keer werd de lezing gegeven door Rob de Bie, die ook vrijwilliger is bij het museum Beeld & Geluid in Hilversum.
En hoewel de lezing niet over oude radio’s ging, liep de zaal behoorlijk vol, en kwamen er zelfs nog mensen binnen na 20 uur, en dat ondanks het slechte weer. Dit keer zo’n 45 personen in de zaal, en er had ook niets bij moeten komen want dan hadden ze staanplaatsen gehad.
De lezing ging dit keer over de fabricage van vinylplaten, ofwel de oude bekende LP’s zijn terug van nooit weggeweest. Dat was ook te zien aan de meegebrachte spullen, zoals LP’s en andere geluidsdragers.
Na een korte introductie vertelde Rob over het vrijwilligerswerk bij Beeld & Geluid, waar hij diverse activiteiten heeft zoals het geven van presentaties, beschrijven van (ingekomen) stukken, ontwikkelen van PowerPoints en minitentoonstellingen, rondleiden langs de archieven en de stellingen met mooie meuk, en het opknappen en herstellen van materiaal, vaak voor tentoonstellingen. Leuk hiervan is dat er regelmatig de hulp wordt ingeroepen van leden van de NVHR, die meestal ook lid zijn van de Beeld & Geluid KennisKring, want zoals Rob vertelde: “Specialistische kennis is vaak buiten musea te vinden, onder de leden van de NVHR”.
Maar ook nu een stukje geschiedenis van de grammofoonplaat, dat erg leuk was, want er was een Franstalige Canadees Edouard-Léon Scott de Martinville, die een opname gemaakt had in 1860 op beroet papier. Niemand geloofde hem, maar de papiertjes zijn bewaard gebleven en men heeft in 2008 ontdekt met laser- en computertechnologie dat er wel degelijk een opname op de papiertjes staat. Dus de goede man heeft na een 100-tig jaren toch gelijk gehad.
Maar die papiertjes waren niets, en wasrollen bleken het ook niet. Dus langzamerhand werd er geëxperimenteerd met allerlei materiaal, zoals bijenwas met benzine, schellak en later ook vinyl. Zo was in 1931-1933 RCA Victor bezig om een vinyl LP te maken.
Maar pas in 1948 was het zover, want Columbia records bracht een vinyl plaat uit. Een van de opgenomen zangers was een welbekende, want dat was Frank Sinatra, dit keer nog met donker haar. De meeste leden van de NVHR kennen hem grijs en bijna geen haar, gezien onze leeftijd. Maar je kon beter naar zijn dochter kijken, hoorde ik ooit.
Wat ook een leuk weetje was, is dat in het beginsel men de singletjes een eigen kleur gaf. Zwart voor popmuziek, Blauw voor musicals, rood voor klassieke muziek, groen voor country, etc. Uiteraard was er in het begin de mono-opnames van zo’n 2 tot 5 minuten gemiddeld, maar de Beatles hadden een opname van 7 minuten, en dat was “Hey Jude”. Judy zal wel een vrouw geweest zijn, en die willen toch niet luisteren, ook niet na 7 minuten…. En helaas voor de Beatles, maar de live-uitvoering van Child in Time van Deep Purple is 10 minuten en 18 seconden en hiervan ook 7 minuten op de A-kant en de rest op de B-kant. Dacht zelf dat alles op de A-kant stond. Zoek die single nog wel eens op in mijn verzameling.
Na het stukje geschiedenis legde Rob uit hoe een vinylplaat gemaakt wordt. Dit gebeurt nog steeds door een bedrijf in Haarlem, Record Industry, die 60.000 LP’s per dag maakt. Ze hebben zelfs kort geleden hun productielijn vergroot om aan de aanvraag te voldoen.
De platen worden gemaakt middels een matrijs, welk weer van de moederplaat gemaakt wordt. Die moederplaat bevat de eigenlijke opname, en wordt alleen gebruikt om matrijzen te maken. De opname hierop kan van een opgenomen band worden gemaakt, maar ook gebeurt het dat de opname rechtstreeks van artiesten komt, en daarom zit er ook nog een direct-to-disc opnamestudio in het gebouw in Haarlem. De platenhoezendrukkerij is inmiddels verhuisd om ruimte te maken voor de nieuwe uitbreiding van de productie.
Maar met de matrijzen worden de LP’s gemaakt uit een klomp vinyl met aan de boven- en onderzijde het label van de artiest. De plaat wordt dan geperst met 120 bar in een door stoom verwarmde pers (180 graden), en dan komt er een plaat uit waarvan het overtollige materiaal eraf gesneden wordt in de pers. Het overtollige materiaal en de foute persingen worden weer hergebruikt.
Een matrijs gaat maar 1500 LP’s mee, waarvan de eerste 20 LP’s als “foute” persingen gezien wordt omdat de kwaliteit minder zou kunnen zijn dan de rest van de persingen. Dus het gezwam dat iemand een betere LP heeft qua geluidskwaliteit is een fabeltje want er zit geen verschil tussen de eerste en de laatste honderd persingen. En omdat we toch allemaal wat oudere jeugd zijn denk ik ook dat er in de 2000-ste persing de kwaliteit wel goed zou zijn, alleen wordt die niet gemaakt.
Als een van de laatste sheets in de lezing waren de opmerkingen dat er twee media zijn binnen de muziek die groein, en dat is streaming, en ook de vinylplaten. Het aantal grammofoonwinkels groeit, er komen nieuwe technieken om platen de produceren, en de voorspelling van Record Industry is dat er in 2024 minstens 25 miljoen platen gemaakt gaan worden.
Dus al met al, ruk je pick-up van zolder, blaas de stof van je platen, zet je versterker op 10 en je gehoorapparaat ook, en gaan met die banaan.
Frans de Rooij.
De foto’s van deze radiocafé-avond zijn hier te zien.