Oproep aan de leden: Het radiotoestel in de Tweede Wereldoorlog
Over Tweede Wereldoorlog (WO II) en Jodenvervolging is al veel geschreven. Dat geldt ook voor radio en WO II. Al die publicaties over radio behandelen echter vrijwel alleen maar de geschiedenis van de radio-omroep en besteden nauwelijks aandacht aan het radiotoestel. Dr. L. de Jong beschrijft in zijn werk (Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog) met name in deel 7 op een tiental pagina’s de “confiscatie der radio’s”, maar het blijft toch betrekkelijk summier, zeker in de ogen van liefhebbers van radiotoestellen zoals leden van de NVHR. Verder zijn er een paar publicaties die weliswaar iets meer licht werpen op wat er in enkele gemeenten is voorgevallen, maar een gedetailleerd beeld van de geschiedenis van het radiotoestel in ons land ontbreekt daarmee nog steeds.
Met het vorenstaande voor ogen heb ik me in de geschiedenis van het radiotoestel in WO II verdiept. Ik ben op kleine schaal begonnen en heb geleidelijk het werkterrein uitgebreid tot geheel Nederland en op beperkte schaal zelfs buiten onze landsgrenzen onderzoek gedaan. Intussen zijn alle archieven van de ruim 1000 toenmalige gemeenten onderzocht en verder die van ministeries, provincies, NIOD, PTT, enkele bedrijven en het Bundesarchiv in Berlijn. Hierbij is veel interessant materiaal verzameld dat momenteel in een boek wordt vastgelegd. Enkele onderwerpen die in dat boek aan de orde zullen komen zijn:
- verplichte inlevering van radiotoestellen door de joden in 1941
- vordering van autoradio’s in 1941
- vordering van de winkelvoorraad bij radiohandelaren in 1941
- verplichte inlevering van radiotoestellen door alle inwoners in 1943
- strafmaatregelen bij luisteren naar verboden zenders en het niet-inleveren van radiotoestellen
- concentratie van radiotoestellen in verzamelplaatsen
- afvoer van ingeleverde radiotoestellen naar diverse bestemmingen
- afhandeling van de restanten radiotoestellen na de bevrijding
Over de inlevering van radiotoestellen door joden, met name over welke omvang deze operatie had, is niet eerder gepubliceerd. En welke merken en typen in 1943 door de burgers zijn ingeleverd is evenmin ergens beschreven. Een analyse van dit laatste thema geeft bijvoorbeeld inzicht in de zeldzaamheid van radiotoestellen en een beeld van de mate waarin de burgers in WO II in staat waren kortegolf te beluisteren. Ook leveren de serienummers van de ingeleverde toestellen voor veel doelen bruikbare informatie op. Verder is het interessant de soms grote verschillen tussen gemeenten en provincies te zien. Tenslotte leidt ook het logistieke beeld rond de verzamelplaatsen tot nieuwe inzichten.Huidige planning is het boek in 2009 te laten verschijnen.Hoewel in meer dan 600 van de ruim 1000 gemeenten gegevens zijn gevonden en ook andere dan gemeentearchieven veel informatie hebben opgeleverd, blijven er blinde vlekken bestaan die ik graag zou willen opvullen. Hierbij roep ik de leden van de NVHR dan ook op mij informatie toe te sturen over dit thema voor zover die niet ook al in openbare bronnen te vinden is. Met name valt te denken aan specifieke lokale informatie, foto’s en documenten met “harde” informatie. Mijn ervaring heeft geleerd dat “softe” overgeleverde informatie (“mijn vader had ook een radio en heeft die niet ingeleverd …”) weinig bruikbaar is voor mijn doel.
Behalve algemene informatie over radiotoestellen en WO II ben ik geïnteresseerd in de volgende specifieke informatie over:
- de centrale opslagplaats voor Noord-Drenthe (Frieslandkazerne in Assen)
- de centrale opslagplaats voor Groningen en Friesland in een mij onbekend Gronings veem
- de centrale opslagplaats Blaauwhoedenveem-Vriesseveem in Zaandam
- opslagplaats in Deventer
Ik heb drie gevallen ontdekt waarbij (delen van) inleveringsregisters in handen waren van privépersonen. Mochten nog meer registers in particuliere handen zijn of andere documenten, dan houd ik mij daarvoor aanbevolen.
Reacties bij voorkeur per e-mail naar:
Gidi Verheijen
Havenweg 74
6122 EK Buchten
046-4851847
gverhe@planet.nl