Het ontstaan van de NVHR

Door: Hans Reulen

Na het lezen van het artikel in RHT 153 waarin vermeld wordt dat Frans Driesens benoemd is tot Lid in de Orde van Oranje Nassau gingen mijn gedachten onwillekeurig terug naar het ontstaan en de begintijd van de N.V.H.R. Frans was daar van meet af aan bij betrokken en hij is de enige van de oprichters die nog in leven is. Uiteraard is er een aanleiding geweest om onze vereniging op te richten, maar in de begintijd is er veel verwarring ontstaan. Voor het merendeel van de leden is het denkelijk interessant om kennis te nemen hoe e.e.a. tot stand kwam.

Wat voorafging

In Amsterdam woonde in 1972 in de Vosmaerstraat 219 een zekere heer B.C.H.M. Hulkenberg (Barry), een enigszins bijzonder, doch enthousiast persoon met goede ideeën. In het topje van een woningcomplex had hij zijn heiligdom gevestigd, met als kenmerken: weinig ruimte, veel spullen en veel plannen.Een van zijn plannen was namelijk om, in navolging van USA en Engeland, een blad te gaan uitgeven bestemd voor verzamelaars van antieke radio’s. Een nobel idee dat al veel eerder in ons land gerealiseerd had moeten worden. (USA en Engeland hadden in die tijd al een radiovereniging.)Zodoende richtte hij een ‘verkoopbureau’ op van radio-onderdelen en aanverwante zaken. Door middel van een prijskrantje legde hij zijn eerste contacten met radioamateurs. Het eerste prijskrantje verscheen in mei 1972.Na enkele jaren bleek dat er behoefte ontstond aan radiogerelateerde documentatie en het samenwerken op het gebied van de oude radio. Ook was er behoefte aan meer informatie, documentatie en beschrijvingen van oude radioapparatuur.Hij besloot om het prijskrantje wat meer aanzicht te geven en noemde het D’Oude Hoorn, blad voor amateurs van radio en andere apparatuur van voor 1945. Tegelijkertijd werd door Hulkenberg in Amsterdam op 24 mei 1975 in alle stilte opgericht de Vereniging van Radio Antique Verzamelaars die 4 maal per jaar het tijdschrift D’Oude Hoorn uitgaf. Het prijskrantje werd getransformeerd tot tijdschrift!

D’Oude Hoorn

Op 24 mei 1975 zag het eerste nummer van D’Oude Hoorn het licht in een oplage van 50 stuks. In aanvang een moeilijk leesbaar getypt en gekopieerd ‘krantje’ van enkele A4’tjes. Nadat een gebruikte gereviseerde Gestetner stencilmachine was aangeschaft, waren de latere uitgaven beter verzorgd, goed te lezen en van meer interessante artikelen voorzien. In totaal verschenen er 14 exemplaren, het laatste nummer was van mei 1978.
Afhankelijk van de oplage werden de tijdschriftjes ook los verkocht voor f 1,75. Later liep de prijs in stappen op tot f 3,00.
Voor een bedrag van f 10 per jaar kon iedereen zich in laten schrijven als lid. Zij ontvingen dan 4 keer per jaar een exemplaar van D’Oude Hoorn waarin radiomateriaal te koop werd aangeboden, zoals weerstanden, condensatoren, elco’s, montagedraad, potmeters, spoelen, buizen, antennemateriaal, enz. Soms stonden er een schema en bijbehorend verhaal in over een of ander oud Philips apparaat, nuttige reparatietips, bijvoorbeeld revisie van dooscondensator, zelfbouw en een Gezocht en ruil rubriekje. Dit goede initiatief was in kringen van radioverzamelaars zodanig goed aangeslagen dat zijn ledenlijst per 1 november 1976 85 leden bevatte.

Hulkenbergs vereniging werd groter
Zijn ‘kantoorpersoneel’ bestond uit: B.C. Hulkenberg himself en ene T. Vonk, die af en toe de uitvoering van het krantje min of meer verzorgde. Zijn bedoeling was goed, maar het functioneerde niet geheel naar wens! Hulkenberg besefte dat hij al het bijkomende werk alleen nooit kon verwerken.
Intussen waren er onderlinge contacten gelegd tussen een aantal radiofanaten die e.e.a. wel wat verder wilden uitbouwen, uiteraard in samenwerking met Hulkenberg, teneinde hem in de toekomst wat werk uit handen te nemen.
De allereerste voorbereidende besprekingen vonden plaats op 28 september 1976 in Hotel Smits op het toenmalige Jaarbeursplein (hoek Viestraat) in het centrum van Utrecht. Aanwezig waren (volgens opgave Hulkenberg) ca. 20 man o.a.:
M.F. van Donselaar, J.G. van Dodewaard, F.J.J. Driesens, J. Stam, H.C. Nater, J. van Herksen, E. Wessels en B.C. Hulkenberg. Hulkenberg stelde tijdens dit overleg voor om zijn zelf opgerichte vereniging een wat meer officieel tintje te geven. Een vereniging met een bestuur, waarin het werk door meerdere mensen gedaan zou kunnen worden. Uiteindelijk werd in Utrecht besloten de voorbereiding op te dragen aan een commissie bestaande uit de bovengenoemde personen.
Vanwege het goede werk dat Hulkenberg reeds had verricht, werd voorgesteld om te komen tot een vereniging genaamd Nederlandse Vereniging van Historische Radio-apparatuur D’Oude Hoorn.
Tot zover leek alles goed te gaan!

De NVHR krijgt vorm
Er werd intussen veel tijd besteed door de commissie om de uitbreiding van de vereniging van Hulkenberg goed te laten verlopen. Er moesten o.a. statuten en een huishoudelijk reglement tot stand gebracht worden enz. Het geheel nam ongeveer een half jaar in beslag. Vanzelfsprekend was er regelmatig overleg tussen de commissieleden. Echter, Hulkenberg liet zich op deze bijeenkomsten nagenoeg niet zien!
Wat niet onvermeld mag blijven is dat de heer Johan Wildschut uit Arnhem enige inbreng gaf. Hij was in wezen de man achter de schermen die de commissie al adviseerde een eigen vereniging op te richten. Hij handelde toentertijd al in oude radio’s, die hij op vlooienmarkten kocht en o.a. in Radio Bulletin te koop aanbood. Onder de leden van D’Oude Hoorn waren er een aantal die regelmatig onderling contact hadden. Om enkele nog in leven zijnde bekenden te noemen: Frans Driesens, Bert Bontan, Derk Rouwhorst, Henk Dekker, Paulus Kuipers, Marcel Ritmeester, Hans Molenaar, Cees Plukker, Leo van Wessel en nog diverse anderen. Intussen werd er onderling wel over gesproken en nagedacht om eventueel een eigen vereniging op te kunnen richten, wel in samenwerking met Hulkenberg vanwege zijn inbreng van D’Oude Hoorn!
De oprichtingscommissie trachtte tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te komen. In het bijzonder met betrekking tot D’Oude Hoorn. Echter, Hulkenberg kwam plotseling zelf met een oplossing! In zijn schrijven d.d. 2 februari 1977 aan de commissie voor de toekomstige oprichting van de NVHR maakt hij zijn zienswijze kenbaar (anderhalve maand voor de oprichting van de NVHR!):

De verantwoording en verschijningsdata van het blad D’Oude Hoorn blijft geheel bij mij berusten. De oprichting van de vereniging is een op zichzelf staand gebeuren en staat los van het blad D’Oude Hoorn. Ook de contributie-inkomsten zijn voor ieder apart.

Hieruit blijkt dat Hulkenberg al voor de oprichtingsvergadering besloten had om toch zelfstandig het tijdschrift uit te blijven geven: in eigen beheer!

Het antwoord van de commissie op de brief van Hulkenberg van 2 februari werd op 6 maart 1977 verzonden (dus 2 weken voor de oprichtingsvergadering!!), waarin getracht werd Hulkenberg tot andere gedachten te brengen. De reden was om het blad D’Oude Hoorn te behouden in de nog op te richten vereniging.

Geachte heer Hulkenberg, Jutphaas, 6 maart 1977

Onze commissie heeft uw brief van 2 februari 1977 uitvoerig besproken en wij zijn daarbij tot de volgende conclusie gekomen:
Wij zien de op 19 maart a.s. op te richten vereniging als een gevolg van het door U op 18 september 1976 in Utrecht genomen initiatief, zie ook no. 3 van D’Oude Hoorn van augustus 1976, en wij menen dan ook dat het vanzelfsprekend is dat het tot nu toe door U uitgegeven blad in deze vereniging opgenomen wordt en daarin als verenigingsorgaan zal functioneren. Op deze wijze zou U overeenkomstig de statuten als voorzitter van de redactiecommissie deel uit maken van het bestuur over het verenigingsorgaan. Omdat het voor een vereniging onmogelijk is om te werken met een blad dat niet onder de verantwoordelijkheid van het bestuur valt, zou de vereniging genoodzaakt zijn om een eigen verenigingsblad uit te geven indien U D’Oude Hoorn volledig onafhankelijk zou willen houden. Dit zouden wij zeer betreuren omdat er dan twee concurrerende bladen komen; een situatie die voor D’Oude Hoorn of voor de NVHR erg schadelijk zou kunnen zijn.
Wij zouden uw standpunt graag zo spoedig mogelijk, in ieder geval ruim voor de oprichtingsvergadering d.d. 19 maart 1977 vernemen. Mocht U er nog een keer over willen praten, neem dan contact met ons op.
Namens: J.G. van Dodewaard, M.F. van Donselaar, F.J.J. Driesens en J. Stam.

Bijtijds wordt dan een uitnodiging verzonden aan belangstellenden en leden voor een bijeenkomst/vergadering in Café/Bistro De Klomp, gemeente Veenendaal d.d. 19 maart 1977 met het doel om te komen tot oprichting van de Nederlandse Vereniging voor Historische Radioapparatuur D’Oude Hoorn.
(Het restaurant is inmiddels afgebroken, op deze plaats zijn appartementen gebouwd)

Uitnodiging
Zoals werd afgesproken op de bijeenkomst op 28 september 1976 in Utrecht ontvangt U hierbij voorstellen voor het oprichten van een vereniging. Voor degenen die deze bijeenkomst niet hebben bijgewoond eerst een korte samenvatting van het voorafgaande. Ruim 2 jaar geleden werd door de heer B. Hulkenberg de vereniging van Radio Antique Verzamelaars opgericht die het tijdschrift D’Oude Hoorn uitgeeft. Dit geweldig goede initiatief is zó aangeslagen in de kringen van oude radioverzamelaars dat het aantal leden bijna 100 bedraagt! Maar omdat het voor één man een bovenmenselijke zware opgave is om in zijn eentje een zo omvangrijke vereniging te runnen stelde de heer Hulkenberg in de bijeenkomst in Utrecht voor om een wat meer officiële vereniging op te richten. Een vereniging met een bestuur waarin het werk door meerder mensen gedaan zou kunnen worden en met een betere financiële basis voor de nodige activiteiten. Verder kunnen in een wat groter opgezette vereniging de leden meer betrokken worden bij en invloed uitoefenen op het reilen en zeilen van het geheel.
Omdat het oprichten van een vereniging toch meer voorbereidingstijd vraagt dan er toen in Utrecht beschikbaar was, werd besloten om het een en ander te laten voorbereiden door o.a. het viertal dat U deze uitnodiging zendt. Wij bieden hierbij onze voorstellen aan en wij stellen U tevens voor om uit waardering voor het meer dan voortreffelijke werk dat de heer Hulkenberg heeft verricht voor het tot stand komen hiervan, de op te richten vereniging D’Oude Hoorn te blijven noemen. Wij hopen dat U in grote getale zult komen om voor onze zo boeiende en veelzijdige hobby een vereniging op te richten die aan alle leden zeker de grote voordelen van contacten, kennisvergroting en wederzijdse hulp zal schenken die het doel van de vereniging, het behoud van de historische radioapparatuur ten goede zal komen.

Namens: M.F. van Donselaar, J.G. van Dodewaard, F.J.J. Driesens en J. Stam.

Bij de oprichtingsbijeenkomst waren 47 belangstellenden aanwezig. Allen gaven zij zich op als lid en er waren reeds 17 schriftelijke aanmeldingen ontvangen. De NVHR ging zodoende van start met 64 leden!
Het eerste bestuur werd uit de aanwezigen gekozen en bestond uit:

M.F. van Donselaar   voorzitter                           Jutphaas 
J.G. van Dodewaard   secretaris                           Rhenen 
H.C. Nater           penningmeester/ledenadministrateur   Waddinxveen 
J. van Herksen       public relations                     Culemborg 
E.A. Wessels         redactie                             Oosterhout (N.B.) 
F.J.J. Driesens                                           Hapert 
C. Vermeulen                                              Schiedam 
J. Jansen                                                 Nijmegen 

Nog steeds werd door de commissie uitgegaan van samenwerking met Hulkenberg! Dat blijkt eveneens uit een schrijven aan Hulkenberg d.d. 27 maart 1977 (dus een week na de oprichting!) door de voorzitter van de NVHR M.F. van Donselaar:

Waarde heer Hulkenberg,
Bij de oprichtingsbijeenkomst van de NVHR op 19 maart jl. is ’s middags nog het volgende besloten. De NVHR zal voorlopig geen eigen verenigingsblad uitgeven maar proberen samen te werken met een onafhankelijk blijvende D’Oude Hoorn onder uw verantwoordelijkheid. Wij vonden het jammer dat U zaterdag (19 maart!) niet langer kon blijven, wij wilden graag overleggen over de manier waarop deze samenwerking tot stand kan komen en hoe e.e.a. geregeld kan worden.

De rest van het schrijven bevatte een verzoek voor spoedig overleg en wachten op een telefoontje van Hulkenberg voor een afspraak.

De contacten met Hulkenberg verliepen zoals gewoonlijk moeizaam en bovendien traag. Hij was soms weken niet bereikbaar. Hij begon inmiddels te beseffen dat hem de regie uit handen werd genomen. Uiteindelijk besloot hij zich terug te trekken en de contacten met de nieuw op te richten vereniging te beëindigen.
Medio mei 1977 (2 maanden na de oprichting) kwam er reactie van Hulkenberg! Enerzijds zijn visie op de vergadering in Utrecht en de ontwikkeling gedurende de voorbereidingstijd daarna (redactie: overigens niet alles geheel volgens de waarheid!).

Opgetekend in D’Oude Hoorn van mei 1977 3e jaargang no. 2 werd e.e.a. als volgt verwoord in zijn artikel:

“Hoor-‘ns-even”
Op de genoemde vergadering in Utrecht stelde ik voor om de band met de abonnees te versterken door het oprichten van een vereniging, waarin het bestuur van de vereniging en de redactie van het blad zouden samenwerken. Al spoedig echter bleek dat er van samenwerken geen sprake was. Zonder enig overleg werd mij gedicteerd wat ik wel en wat ik niet moest doen. In de pers werd gesuggereerd dat de vereniging een tijdschrift zou uitgeven, doelende op de al 2 jaar bestaande D’Oude Hoorn. Kortom met intimidatie en overredingskracht werd geprobeerd het blad in handen te krijgen. Deze handelwijze, vermeerdert met het feit dat de NVHR niet a-commercieel denkt, deed mij besluiten het blad definitief zelfstandig te laten en niet in de NVHR op te laten gaan.

De naam D’Oude Hoorn komt nu in de net bepaalde verenigingsnaam niet meer voor. De vereniging krijgt nu (voorlopig!) de naam: De Nederlandse Vereniging voor Historische Radio-apparatuur.

18 april 1977 werd de landelijke pers benaderd teneinde mededeling te doen van de oprichting van de NVHR. Op deze datum waren er overigens al 80 NVHR-leden.

Diverse radiogerelateerde tijdschriften, waaronder Radio Bulletin, het tijdschrift Electro Radio Mercuur in hun uitgave van 25 mei 1977, De Telegraaf, NRC handelsblad, de Volkskrant, De Ingenieur, ANP, Televizier, Algemeen Dagblad, Het Parool, Trouw, Het Vrije Volk, Radio Electronica, Tros Kompas, VPRO gids, Utrechts Nieuwsblad, VARA gids, Electron en ongetwijfeld nog enkele minder bekende bladen maakten melding van de oprichting.

De samenwerking met Hulkenberg werd definitief beëindigd met de volgende brief van het bestuur:

Geachte heer Hulkenberg, 23 december 1977
Gezien het vage antwoord dat wij op het allerlaatste moment van U ontvingen, waarin niets gezegd wordt over de diverse soorten abonnementen die door U zijn ingevoerd en waarin nog geen duidelijkheid m.b.t. de extra te betalen porto en gezien de vele negatieve reacties die wij van onze leden ontvingen, moeten wij U tot onze spijt mededelen dat wij gedwongen zijn om van verdere samenwerking af te zien. Hoogachtend, het dagelijks bestuur van de NVHR.

Vanaf de oprichting 19 maart 1977 verschenen in genoemd jaar 3 mededelingenbladen voor de NVHR-leden, namelijk in juni, september en november.

Mededelingenblad no. 1 (juni 1977 -4 pagina’s)
*De 1e Algemene Ledenvergadering zal in oktober plaatsvinden.
*Activiteiten:

Evenementencommissie        J. van Dodewaard
Studiekring radiohistorie   E. Wessels
Technische commissie        C. Vermeulen
Literatuurcentrum           M. van Donselaar
Inkoopbureau                J. Jansen
Algemene commissie          J. van Herksen

Mededelingenblad no. 2 (september 1977 -12 pagina’s)
*De datum van de Algemene Vergadering c.q. najaarsbijeenkomst is vastgesteld op 22 oktober 1977 en zal worden gehouden in Café/Bistro De Klomp.
*Stand van zaken m.b.t. D’Oude Hoorn. In maart waren afspraken gemaakt betreffende de samenwerking met Hulkenberg. In de praktijk verloopt de samenwerking moeilijk en hij is slecht te bereiken. Het bestuur heeft de voorkeur om zelfstandig verder te gaan . *Vraag/aanbod pagina
*Een ledenlijst bijgewerkt tot 22 september 1977, het ledental is opgelopen tot 113. *Diverse bestuursactiviteiten, restauratieverhaal van een 1-lamps LF-versterker, plaat- en roostergelijkrichting, accureparatie, dooscondensatoren, reparatietips enz.

Mededelingenblad no. 3 (november 1977 -8 pagina’s)
*De AV. van 22 oktober werd bezocht door 55 leden, deels met partners. Hulkenberg wilde uit belangstelling niet nalaten te komen en was ook aanwezig. Saillant detail: Hulkenberg kwam op de fiets vanaf Amsterdam, kreeg 2 lekke banden en ging in Amersfoort verder met de trein!
In dit mededelingenblad werd (ondanks alle schrijven over en weer!) toch nog uitgegaan van samenwerking met betrekking tot D’Oude Hoorn.
Er staat namelijk geschreven: De contributie voor 1978 blijft f 25,00 inclusief het gemeenschappelijk abonnement op de D’Oude Hoorn.

Verenigingsblad 1e jaargang no. 1 (februari 1978)
*Omstreeks februari 1978 kreeg het bestuur het verzoek om een gelegenheid te vinden om tot onderlinge gedachtenuitwisseling te komen. Na intern overleg werd bij wijze van experiment voorgesteld om iedere derde donderdag van de maand een praatavond te houden in Motel Maarsbergen gelegen aan de snelweg Arnhem-Utrecht. Voorlopig werden voor de maanden april, mei en juni enkele tafels gereserveerd vanaf 19.30 uur.

*Bestuursmededeling:
Vlak voor de laatste A.L.V.(22-10-1977) leek het er op dat er na zeer veel moeite en overleg een manier gevonden was om op een redelijke wijze met de heer Hulkenberg samen te werken. Toen de vergadering goed en wel achter de rug was werden wij zonder enig overleg geplaatst voor een ons inziens onbehoorlijke prijsverhoging en een niet te aanvaarden discriminatie van de collectief geabonneerde NVHR-leden.
Het bestuur heeft toen besloten om van verdere samenwerking met D’Oude Hoorn af te zien. Hoewel wij er ons van bewust zijn dat het initiatief waardoor het tot de oprichting van onze vereniging is gekomen van de heer Hulkenberg afkomstig is en hoewel wij veel waardering hebben voor het pionierswerk dat hij in de eerste jaren van D’Oude Hoorn heeft verricht, geloven wij dat verder gaan op deze moeizame weg niet in het belang van onze vereniging is.
Mochten er van de heer Hulkenberg nog constructieve voorstellen worden ontvangen dan zullen wij die aan de volgende A.L.V. ter beoordeling voorleggen.

De frontpagina’s van de vier tijdschriften van 1978 hadden als tekst:
“Nederlandse Vereniging voor Historische Radioapparatuur”

Omstreeks maart 1978 werd door het bestuur een ‘prijsvraag’ uitgeschreven om de definitieve naam van de vereniging vast te stellen. Daar werd door de leden goed op gereageerd:
Audio-De Helgloeier–Radiola–Aetherpiraat–De Honingraat–Aether Nieuws–De Oldtimer–Aether Wereld–De Draadloze–Het antieke Radio Nieuws–De Radio Pionier–De Antique Radio–Historische Radio Koerier–Historische Luistervink–Gouden Radio Koerier– Radio Terugblik–Radio Weemoed en Radio Historiek.
Er werd geen keuze uit gemaakt en er was dus geen winnaar van de ‘prijsvraag’. Uiteindelijk werd door het bestuur gekozen voor de huidige naam. (Redactie: bestuur was dus winnaar van de prijsvraag!!!)
M.i.v. het 1e tijdschrift 1979 werd de naam definitief gewijzigd in die zoals hij nu is:
“Nederlandse Vereniging voor de Historie van de Radio” (N.V.H.R.)

Hulkenberg heeft zijn Vereniging van Radio Antique Verzamelaars en het blad D’Oude Hoorn opgeheven per 31 december 1978. De laatste D’Oude Hoorn was no. 14 van april 1978. Zijn bedoeling was om no. 15, 16 en 17 nog uit te geven, maar dat is er niet meer van gekomen. Wel zond hij aan zijn leden een nieuwsbrief no. 1 gedateerd 25 april 1978. Lang daarna nog een nieuwsbrief no. 2 in november 1979, waar hij als volgt het einde van zijn D’Oude Hoorn aankondigde:

“Hoor-‘ns-even”
Het is al weer een geruime tijd terug dat U iets heeft mogen vernomen van D’Oude Hoorn, blad over radio van toen.
Na lang overwegen is het blad per 31 december 1978 opgeheven. Het uitbrengen van het blad bracht veel hindernissen met zich mee, allereerst een enorme vertraging in de verschijning van de nummers 13 en 14 en nu een lange voorbereiding en het besteden van vele uren voor het triple nummer 15/16/ en 17, dat toch niet kon worden uitgebracht. Hiermede is ook gebleken dat de tijd van pionieren voorgoed voorbij is. Ook het verder niet meer in praktijk kunnen brengen van de originele doelstelling wees hierop. De voortekenen wezen hierop al in 1976 en na de vergadering die toen in october is gehouden werd dit steeds duidelijker.
De heren die zich bezig zouden houden met het functioneren van een zelfstandige D’Oude Hoorn binnen een verenigingsverband, zoals besproken was.
Echter men wilde geen zelfstandige D’Oude Hoorn binnen de inmiddels gevormde NVHR en dit werd de basis van misverstanden wederzijds. Juist toen eind 1977 een samenwerking bijna rond was, haakte in 1978 de NVHR definitief af en ging geheel zelfstandig verder. Hoe het ook zij en wat er ook gebeurd is, dit is voorbij.
Als allerlaatste onderdeel wat ontmanteld zal worden is het “D’Oude Hoorn’ verkoopbureau. Zie de bladzijden met uitverkoop prijsjes!
Van hieruit wensen we allen die deze mooie radio hobby beoefenen veel plezier hiermede en tevens een goed uiteinde en voorspoedig 1980!
Namens: Voorzitter/uitgever van “D’Oude Hoorn” B.C.H.M. Hulkenberg

Nawoord
Tot medio 1981 zijn de beurzen gehouden in Café/Bistro De Klomp. De beschikbare ruimte werd al snel te klein. In de omgeving werd naarstig gezocht naar een ruimere locatie en die werd gevonden in Motel Maarsbergen, centraal gelegen aan de A12 tussen Arnhem en Utrecht.
De 3e beurs van 1981, op 3 oktober, werd gehouden in Motel Maarsbergen.
De 4e beurs van 1981, op 12 december, werd eveneens gehouden in Motel Maarsbergen.
Echter, de directie van het motel wilde er niet mee doorgaan met als argument dat het doorlopen in het hotel en restaurant de rust verstoorde.

(Mijns inziens was er nog een niet genoemd argument. Voor en tijdens de 12 decemberbeurs had het gesneeuwd. Het grote aantal bezoekers dat in en uit liep met half ontdooide papsneeuw aan hun schoenen deden geen goed aan het interieur!)

Met ingang van begin 1982 kwam de Spijkerzaal van het Instituut voor de Autohandel (IVA of ook wel Autovakschool) in Driebergen in beeld. Verdeeld over 2 zalen konden we lange tijd onze beurstafels bemannen.

In de notulen van de veertiende bestuursvergadering d.d. 1 september 1979 wordt vermeld:
Brief ontvangen van Hulkenberg uit India. Hij schrijft dat de D’Oude Hoorn is opgeheven. Gedane betalingen door leden van zijn club wil hij t.z.t. schadeloos stellen. Hij wil de hele brief gepubliceerd zien in ons blad.
Commentaar van het bestuur: Het nut hiervan is ver te zoeken. Bovendien kan hij niet benaderd worden, daar hij geen adres heeft opgegeven.
Helaas is de brief die Hulkenberg geschreven had niet gevonden in het NVHR-archief. Voor zover mij bekend is dat het laatste dat het bestuur van de NVHR van Hulkenberg heeft vernomen.

Scroll naar boven