Radiocafébijeenkomst over oude geluidsdragers door Rinus Blijleven
verslag door Frans de Rooij
Op 9 mei werd er weer door de NVHR een lezing georganiseerd, dit keer door Rinus Blijleven, die lid is van de vereniging De Weergever, een vereniging voor verzamelaars van historisch geluidsapparatuur en geluidsdrager. Wie regelmatig de ruilbeurzen bezocht van de NVHR weet ook dat deze vereniging ook altijd aanwezig is met een stand en daar ook de nodige muziek draait. Rinus zorgt binnen de vereniging voor de discografieën van bekende en onbekende Nederlanders die iets te doen hadden gehad met de geschiedenis van de geluidsdrager.
Dit keer nam ik een vriend mee, een mede-zendamateur, die, naar later blijkt, zelf ook zo’n 1500 oudere platen in bezit heeft. Ik had hem al eerder verteld over deze lezingen, en een gevraagd of hij de eerstvolgende lezing mee wilde. En dat wilde hij wel.
We waren nog voor mij doen vroeg, ruim voor tijd, en toen we de ruimte binnen liepen was al de het nodige op de tafels uitgestald, o.a. diverse apparatuur uit 1901 met o.a. de wasrollen, twee grammofoons waarvan een er niet te tillen was, een aantal draagbare grammofoons die ook nog een opgewonden moesten worden met een sleutel of slinger, een groot aantal platen van diverse formaten, boeken en een aantal exemplaren van het clubblad van de vereniging de Weergever.
En ook Nipper ontbrak niet.
Een rondje langs de tafels was wel op zijn plaats, evenals een bak vloeibaar teer die er voor zorgde dat je de rest van de komende nacht wakker was.
Maar al gauw begon de lezing door Rinus, die enthousiast begon te vertellen voor de aanwezigen hoe hij verzeild raakte met zijn hobby, het verzamelen van platen. En hoewel hij aardig wat oude apparatuur had, was dit een bijkomstigheid. Rinus verzameld niet alleen platen, hij dook ook in de geschiedenis van platen en labels. Rinus vertelde over Edison die erin slaagde een stem op te nemen op een rol en deze later af te spelen. Een soortgelijk speler was in bezit van Rinus, die dan ook een demonstratie gaf van deze geluidsdrager. Daarna was er een Duitser die erin slaagde dit te doen op een ding wat de voorloper was van een plaat. Deze voorloper was – net als wc-papier – aan een kant te gebruiken. Het geheel sloeg niet gelijk aan, want er ging flink wat jaren overheen voordat de ontwikkelingen werden voorgezet.
Aan de hand van een presentatie werd de verder geschiedenis toegelicht, waarbij er ook foto’s te zien waren hoe de jaren voor de Eerste Wereldoorlog opnames werden gemaakt. De microfoon moest nog worden uitgevonden, daarom zaten er hele orkesten voor een grote toeter, om zo het geluid op te nemen en dan een plaat te maken. Aangezien elke plaat apart moest worden gemaakt, moest het orkest bij een bestelling van 15 exemplaren, 15 keer hetzelfde nummer spelen. En om het geluid te verbeteren kregen de strijkers, zangers, zangeressen en solisten ieder hun eigen toeter. De weg naar mengtafels was in die tijd nog erg lang.
Maar de verdere ontwikkelingen waren de grammofoonspelers die ook gedemonstreerd werden door Rinus. De eerste (en niet te tillen) grammofoon die Rinus had meegenomen liet een stuk betere kwaliteit muziek horen, en dat in acht jaar tijd.
Rinus vertelde ook over de geschiedenis van de platen, waarbij hij ook de labels op de platen registreerde, en dit op zo’n manier dat hij nu de grootste vraagbaak van Nederland is, waarbij hij ook verzoeken kreeg uit het buitenland. Het aantal platen nam ook toe, en hij zit op zo’n 15.000 tot 20.000 stuks. Daarnaast scant Rinus ook de labels van 78-toerenplaten in, en zit nu op zo’n 100.000 labels. En nog is dit aantal groeiende.
Daarnaast is Rinus fan van een aantal zangers uit de tijd van voor de Eerste Wereldoorlog, o.a. de Bandy Brothers (Engelse naam, maar het waren Nederlandse broers, Lou en Willy Bandy), Albert Bol, maar ook van een aantal mensen die te maken hebben gehad met geluidsdragers. Hij kwam zelfs nog op bezoek bij kinderen en kleinkinderen van deze zangers en mensen. Er werden tussen de diapresentatie door ook diverse anekdotes verteld wat hij had meegemaakt op zoek naar documentatie, data, labels en platen.
Een van de anekdotes was ook een stuk muziek uit 1915 die hij liet horen en waaraan hij de aanwezigen vroeg of men wist wat voor nummer dit was, dat als cover was uitgebracht in de jaren 70. De cover was het nummer Carolientje van Willeke Alberti. Maar de componist zou de welbekende “Kom van dat dak af”- Peter Koelewijn zijn die daar dan de royalty’s voor opstrijkt. Helaas dus voor een gejat nummer.
Wat leuk was, zijn de reacties vanuit het aanwezige publiek. Veel herkenning, veel vragen en (na)vragen, en onderling ook veel verhalen. Erg leuk. Op FB en website zijn inmiddels de foto’s gezet die van deze avond gemaakt zijn.
En nog een opmerking, weet iemand nog een goede vloerenlegger voor Rinus, want zijn garage zakt weg door het gewicht van al die platen, apparatuur en documentatie.