Verslagen Radiocafé

Verslag 6 april: SFR Radio

Dit keer was het wel een heel drukke avond, er moesten stoelen bij gehaald worden om iedereen een plaatsje te geven. Ook enkele leden van het Nederlands Grammofoon Genootschap waren deze avond aanschoven om ons programma te volgen. Er kon dan ook niemand meer bij. Het toestel dat ik meebracht is de SFR Radiostandaard SP no1 uit 1923, deze ontvanger  is in hoofdlijnen vergelijkbaar met het standaard type in een houten kistje.

Dit is echter de koloniale uitvoering in een metalen kist met in het deksel een klemsysteem om vier extra lampen te kunnen meenemen op een moeizame tocht in de Sahara.

Het is al vrij lang geleden dat ik dit toestel kocht in een ontluisterende staat. De ijzeren kist was zwaar verroest, het toestel zelf bleek nog redelijk goed te zijn. Het kistje heb ik ontdaan van het beslag, dat opnieuw vernikkeld moest worden, en de kist laten zandstralen.

Het bleek er nog goed uit te zien en gelukkig niet doorgeroest. Met een geschikte primer geschilderd en vlakgeschuurd moest het nog in de juiste kleur gespoten worden. Met een spuitbus leek mij dat niet goed te lukken naar eerdere ervaringen. Als Maarten Gudde mij een door Jacques Hermans zwart gespoten voet laat zien van een schaalluidspreker, dat er werkelijk als nieuw uitzag, heb ik ook, na overleg, mijn kistje naar Arnhem gebracht. Ik moest wel wat geduld hebben wegens een verbouwing, waarbij veel stof vrij kwam en dat kan niet gelijk opgaan met serieus spuitwerk. Zet maar eens een nog dichte zak Portland neer en je kan gelijk de stofzuiger pakken. Mijn geduld werd echter danig op de proef gesteld. Na twee jaar lang wachten, wist ik bij een Franse verzamelaar in Orleans een houten SFR Standaard kist te vinden voor een schappelijke prijs. Waar de radio voorlopig in werd gemonteerd in afwachting van het beloofde spuitwerk. De verbouwing nam echter veel tijd in beslag en ik had er begrip voor, want het schilderwerk is nu eenmaal niet iets wat even tussen de bedrijvigheden door onder handen genomen kan worden.

Op de vervolgcursus in Haarlem, al weer jaren later, waar veel zaken werden besproken over oude technieken, die soms technisch wel erg ver gingen voor sommige aanwezigen, kwamen nu ook veel leden, veelal zendamateurs, met een voorliefde voor oude radio's die daar erg in geïnteresseerd waren. Als ik daar vertel over de SFR radio, die nog altijd wacht op zijn vertrouwde ijzeren onderkomen, is het Ben Koks die aanbiedt om het in de originele stootvaste lak te spuiten en het beslag te vernikkelen. Ik heb gelijk mijn ijzeren kistje opgehaald in Arnhem, dat daar nog altijd keurig afgedekt met een kleedje geduldig in de garage stond te wachten op het gewenste kleurtje, en naar Kraggenburg gebracht. Na korte tijd kon ik het al ophalen en het ziet er nu uit als nieuw!!



Er werd ook nu tijdens de café-avond bewonderend naar gekeken. Werkelijk prachtig zoals het weer in de lak is gezet, alsof het zo uit de fabriek kwam!!



Het schema is vrij eenvoudig en geheel naar de tijd in 1922. De ingangskring is een serieschakeling van een aftakbare spoel en een variabele condensator van 1000 cm (1100 pf). Deze is vervaardigd van dikke zinken platen met als diëlectrum vellen kunststof, bijna te vergelijken met een uit de kluiten gewassen van de bij ons bekende mica condensator.



De grote capaciteit verraadt al dat hier een vrij lange antenne nodig is om iets te kunnen afstemmen. De spoel is aftakbaar met een driestandenschakelaar in 140, 250 en 370 μH.

In het plaatcircuit is een aperiodische spoel met een ijzerkern van groen geschilderde ijzeren bloemendraadjes opgenomen, die deels kortgesloten kan worden, middels een hefboomschakelaartje, en de waarde van 10 mH zonodig kan halveren. Er wordt teruggekoppeld over twee lampen, zoals in die tijd gewoonlijk vanwege de geringe versterking.

Het toestel heeft slechts twee condensatoren en een weerstand die alle in een zelfde type ebonieten behuizing zijn ondergebracht en gestapeld op elkaar zijn gemonteerd boven de voet van de detectorlamp. De apèriodische spoel is boven de voet van de HF lamp gemonteerd en ook beide laagfrequent transformatoren zijn op deze wijze geplaatst boven de lampvoeten van de beide laagfrequent lampen. De kernen van de trafo's zijn met de plus 80 volt verbonden, wat herkenbaar is uit de telefoontechniek. Er is echter geen telefooncondensator parallel aan de luidsprekeruitgang.

De gloeidraadregelaar van slechts 1 ohm, (de vier hel gloeiende lampen trekken samen 2,8 ampère) dient er niet alleen voor de lampen zodanig in te stellen dat zij net emissie hebben. Ook heeft het invloed op de detectie. De montage van de bedrading heeft iets weg van een schakelbord en is uitgevoerd met blank stevig draad en geïsoleerd met oliekous. Eenvoudiger kan het haast niet, maar meer is ook niet nodig als het alleen maar om ontvangst gaat van waarschijnlijk maar een paar zenders.

Opvallend is dat de lampvoeten zijn gewijzigd door een van de contactpennen naar de andere zijde te verplaatsen. De eerste SFR lampen hadden een Y voet en waren later niet meer te verkrijgen. De oplossing was dan ook om de lampvoet aan te passen aan de nu gangbare vierpens voet, zoals wij die kennen van een A409. De toestellen zijn  gemonteerd op een 10 mm dikke pertinaxplaat van 295 mm x 205 mm. Die waarschijnlijk voorgeboord afkomstig zijn van de acculaadinrichtingfabriek Radio-Rhône in Paris. Een firma die het toestel later in licentie deels nabouwt in een luxe kastje met rolluikje. Opvallend zijn de ronde ebonieten schalen van de afstemming en terugkoppeling  Accordez en Renforcement, met de opdruk  “SFR  79 Boulevard Haussman  Paris”.  Deze opdruk ontbreekt bij de Radio-Rhône toestellen.

Het is in 1910 dat door Emile Girardeau en technicus J.Bethenod de Société Francaise  Radio-Electrique de SFR wordt opgericht. Een onderneming die oorspronkelijk leverancier was van marine radio-apparatuur en tijdens de eerste wereldoorlog veel heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van de radiotechniek. In 1921 wordt de Société la Radiotechnique overgenomen en radiolampen kunnen nu ook in eigen beheer vervaardigd worden. Het merkteken is RT en in 1927 wordt dat veranderd in Dario.

Terug van een reis uit Amerika in 1922 waar  Girardeau kennis heeft genomen van reguliere uitzendingen, met gevolg dat hij besluit ook in Parijs een zender te bouwen. Waarmee informatie, muziek, enzovoort uitgezonden kunnen worden. In februari 1922 vroeg hij bij de PPT een vergunning aan om op een vaste frequentie te mogen uitzenden. Hij schreef daarbij:  “Men zal niet gauw lust hebben om een radio te kopen als er geen aantrekkelijk programma te ontvangen is“. Er werd al veel door amateurs geëxperimenteerd op radiogebied maar radio-omroep was nog niet zo bekend. Hooguit werden beurskoersmededelingen en weerberichten ontvangen.

De 2 kW zender kwam te staan in de fabriek van SFR in Levallois, een buitenwijk van Parijs. De lange antenne (enige draden op afstand van elkaar) werd op 60 meter hoogte tussen twee gebouwen van de SFR fabriek gespannen. De zender werkte op 1565 meter. Bewust in de langegolfband om te voorkomen dat men geïmporteerde Engelse kortegolfontvangers zou kopen.

De studio bevond zich in het kantoor op de Boulevard Haussman 79 in het souterain en was via telefoonlijnen verbonden met de zender. Deze studio was tamelijk ruim van afmeting met vrij dik tapijt op de grond en goed verlicht. Ook rondom en voor de ramen langs, dubbele gordijnen van zwaar wollen  ondertapijt om elk geluid van buiten uit te sluiten. Op de foto, waarop te zien is dat Madame Anna de Noailles een gedicht voorleest met een microfoon in haar rechterhand, kan men de studio goed bekijken. Allerlei microfoons zijn aanwezig en diverse standaards om deze op de juiste hoogte aan te brengen. Achter haar de regelaars van de koolmicrofoons waar vanuit het signaal naar de verder afgelegen zender wordt getransporteerd.

Op 6 november werden de eerste proefuitzendingen gedaan, acht dagen voor die van het BBC-station in Engeland. Het eerste gesproken journaal wordt op 6 januari 1923 uitgezonden.

De uitzendingen waren elke avond van 20.45 tot 22.00 uur en 's zondags was er een concert om 14.00  tot 15.15 uur  Het orkest een kamerensemble bestaande uit negen personen werd geleid door Victor Charpentier.

Een artistiek directeur was nog niet aangenomen en het is de omroeper Marcel Laporte die voorlopig  het programma samenstelt. Tevens zijn er regelmatig informatie- en nieuwsuitzendingen die door Marcel Laporte worden voorgelezen. Hij krijgt hiermee onder de luisteraars een grote bekendheid.

Deze nog jonge cabaretier was aangenomen na een auditie op 15 oktober 1922. Zonder het zeer goed te begrijpen wat deze hoorzitting inhield, want radio was nog een zaak voor specialisten. Hij werd niet alleen de eerste omroeper maar bovenal de beroemde presentator van radio Française.

Radiola besloot hem een pseudoniem te geven en hij kreeg de bijnaam 'Mister Radiolo'. Marcel Laporte is de ziel geweest van deze Franse particuliere omroepzender. Hij bracht het tot adjunct directeur maar verliet het station in 1926.



Op deze foto is te zien hoe een drietal dames naar de uitzending luistert, onder het genot van een kopje thee. Duidelijk herkenbaar de SFR Standaard radio en de Radiola luidspreker.

Oplettende toehoorders zullen bemerkt hebben aan de gegevens van de spoel en condensator dat met dit toestel deze langegolfzender niet ontvangen kan worden. Begrijpelijk want deze is bedoeld voor de ontvangst in de verre kolonie in Afrika. Met de spoelstand van 370 μH en 1100 pF van de condensator is de maximaal te ontvangen golflengte 1200 meter.

Begrijpelijk de vraag van een der leden van het NGG: “Hoe komt u aan deze formule?”
Het antwoord  is niet zo moeilijk, want dat is lichtsnelheid V gedeeld door de formule van Thomson. Op het bord laat ik zien dat 2π x 300 = 1885 en de overgebleven 6 nullen stoppen we onder het wortelteken, dat worden er dus 12. Hierdoor kunnen we nu L in μH uitdrukken en C in mF.  Het in meters uitrekenen gaat op deze manier wel even gemakkelijker dan dat we de  frequentie uitrekenen.

Tijd om het toestel te demonstreren. Als voeding worden voor de gloeidraden drie dikke 1,5 volt cellen gebruikt. En nog drie stuks om de blokkeeroscillator te voeden die door gebruik van een speciaal filter vrijwel geruisloos en storingsvrij  60 volt gelijkspanning levert bij 15 mA. Dat alles ingebouwd in een sierlijk onderkomen. Er wordt dus geen spanning aan het elektriciteitsnet onttrokken, zodat we het toestel kunnen demonstreren op de manier zoals het vroeger werd gebruikt. Daarbij ook nog de originele Radiola luidspreker die ook op de afbeeldingen van de advertenties is te zien.

De ontvangst zal moeilijk zijn want uit ervaring weten we dat de buitenantenne nauwelijks enig signaal binnenbrengt. Toch is er nog goed hoorbaar de ontvangst van een station te beluisteren. Opvallend is dat ook met de terugkoppeling afgestemd kan worden. De in de rooster spoel draaibare terugkoppelspoel kan, doordat de voeding voor HF vrijwel geen ohmse weerstand heeft, gezien worden als een variometer en dus invloed heeft op de afstemming. Met enige handigheid met zowel de bediening van de afstemming (accordez) en de terugkoppeling (renforcement) kon zelfs een tweede station gehoord worden. Bedenk echter dat in die tijd er nog nauwelijks zenders waren waar op afgestemd kon worden en zeker nog geen die reguliere uitzendingen verzorgden. Eigenlijk maar één, Radio Radiola. Maar dan moest wel de Radio Standaard gebruikt worden in de houten kist, want deze SP1 Colonial is bestemd voor de kolonie in Afrika.

Na de pauze is het Gyula die weer een van zijn nieuwste ontwerpen ging bespreken. Een eenlamps batterijtoestel met een lamp type A415.



Ik zag al verschillende bezoekers kijken met zo'n blik van, alweer zo'n radio van Jantje zoals lang geleden beschreven in Radio Bulletin. Maar na de eerste schetsen op het bord wordt het al duidelijk dat dit toch wel even afwijkt van hetgeen wat we gewend zijn. Gyula legt dan ook uit dat het bedoeling was om een schema te bedenken waarbij de terugkoppeling over de gehele band slechts eenmaal ingesteld kan worden. Uit ervaring kan dat vanuit de kathode, maar is dat ook mogelijk vanuit de gloeidraad. Om dit mogelijk te maken moest deze gloeidraad met twee  spoeltjes hoogfrequent vrij gemaakt worden van de gelijkstroom voeding. Vanaf de gloeidraad kan dan een verbinding gemaakt worden naar de terugkoppelspoel. In de plaatleiding geen HF-smoorspoel meer en slechts de hoofdtelefoon. Een ontwerp dat zeker zou moeten werken. Maar nee, geen enkele ontvangst zelfs genereren was onmogelijk op te wekken.  Alles werd vele malen nagelopen, maar de schakeling werkte niet. Jammer natuurlijk en de voor deze proef de van mij geleende Telefunken RE074 ging weer retour Alkmaar. Nee dit ontwerp werkte duidelijk niet.

Midden in een onrustige nacht werd Gyula wakker na een wonderlijke droom waarin diverse spoelen voorbij kwamen die fluisterend vroegen wat is onze Q-factor? Gyula schoot overeind in bed en begreep gelijk de fout die hij had gemaakt, de ohmse weerstand!

Stom natuurlijk! Niet aan gedacht en hij ging weer aan zijn werktafel zitten, greep zijn universeelmeter. De spoelen gebruikt in de gloeistroomleiding bleken een weerstand te hebben van 20 ohm. De lamp had dus nauwelijks of zelfs helemaal niet gebrand. Gelijk greep hij de telefoon en belde mij op: “Piet, de lamp kan weer terug, ik heb de fout gevonden!“ Waarop ik antwoordde: "Gyula het is verdorie half twee in de nacht, moet dat nou meteen?“ Nou dat bleek niet het geval, morgen was vroeg genoeg. Begrijpelijk dat mijn vrouw ook wakker geworden mij voorstelde om maar apart te gaan slapen met mijn GSM onder mijn kussen. Jullie lijken wel gek met dat radio gedoe, normale mensen slapen s,nachts.

De oplossing werd gevonden door een zijde van de gloeidraad door de terugkoppelwinding te voeren. Slechts enkele wikkelingen, een spoeltje van slechts  drie windingen en 0,35μH. En in de andere zijde een spoeltje met een geringe eigen weerstand maar toch 200 μH overbrugd met een regelweerstand van 1 kOhm om de mate van terugkoppeling eenmalig in te stellen. Tevens om een hoogfrequentcircuit te creëren een condensator van 100nF.  Ja nu werkte het en nu ook de anode helemaal vrij is van de anders noodgedwongen smoorspoel, kan het laagfrequent signaal ongeschonden aan de hoofdtelefoon worden toegevoerd. Natuurlijk bevat het wel het rest hoogfrequent maar dat neemt de weg door de telefooncondensator. Het gemis van de smoorspoel komt het laagfrequent signaal ten goede.

Tevreden? Nee het kan altijd beter, ook L2 in het eerste schema, toch nog een ohms struikelblok wordt nu ook  vervangen door een spoeltje van drie wikkelingen en als extra terugkoppelspoel toegevoegd aan L1. Natuurlijk op de juiste faserichting letten. Nu heeft de gelijkstroom voor de gloeidraad van de lamp geen enkele belemmering meer en kan de lamp volledige emissie leveren. Het demonstreren ging wat moeilijk, om redenen al eerder in dit stuk beschreven. We zitten als het ware in een metalen doos en de dakantenne ongeveer tien meter lang horizontaal 30 centimeter boven het dak gespannen heeft een eigen capaciteit die we maar liever niet meten om niet helemaal moedeloos te worden.

Zelfs de door Gyula ontworpen antenneversterker die toch al voldoende bewezen heeft zeer goed en zeker 12 dB te versterken, geeft niet thuis. Er is gewoon geen behoorlijk signaal om te versterken lijkt het wel. Het is zelfs een wonder dat we nog ontvangst weten te verkrijgen van enige sterke stations. Gyula versterkte het LF-signaal van zijn toestelletje met de LF-versterker van een cassetterecorder zodat alle aanwezigen kunnen mee luisteren. Jammer dat ook lagere storende frequenties worden meeversterkt. In de  garageloodsen staan diverse machines en lasapparaten opgesteld. Wie weet wat nog meer voor storing veroorzakende apparaten.

Met mijn SFR radio en Radiola luidspreker viel het nog mee omdat deze luidspreker onder de 200 hertz nog nauwelijks geluid produceert. Maar de moderne versterker van Gyula had daar geen moeite mee. Een brei van  rommelige modulatie verstoorde de ontvangst danig. Toch bleek overduidelijk de gelijkloop met de vast ingestelde terugkoppeling. Wat als voordeel heeft beter en gemakkelijker te kunnen afstemmen. Ik heb het later bij Gyula thuis gehoord met een goede buitenantenne en de het werkt voortreffelijk. Het lijkt wel of de gevoeligheid veel groter is dan met de ouderwetse terugkoppelmethode in het anodecircuit. Werkelijk een leuk toestelletje om na te bouwen, tevens leerzaam om wat meer inzicht te verkrijgen in de werking van de roosterdetector met terugkoppeling.

Piet van Schagen.