Verslagen Radiocafé

Verslag 3 november: De ontwikkeling en werking van beeldplaten

Zoals gewoonlijk opende ik deze avond met een kort woord, alvorens de spreker van deze avond, John Hupse, het woord te geven. Al de meeste avonden zijn veelal Gyula en ikzelf aan het woord voor het bord. Gyula bekend om zijn uitgebreide kennis van de moderne technieken op radiogebied, terwijl ik nog altijd het liefst in het verleden ronddwaal. Ook met het uitrekenen van vraagstukken is het opvallend dat wij beiden de zaken anders aanpakken.

Waarschijnlijk omdat ik al enige jaren de opleiding voor zendamateur verzorg, mij vast houd aan de oude bestaande rekenmethoden. Niet dat het gebruik van exponenten mij vreemd is, maar ik werk zelf het liefst met nullen. Het is mij opgevallen dat beginnende cursisten zonder technische vooropleiding, daar toch moeite mee hebben, om deze rijen van nullen te bekorten door exponenten te gebruiken. Een cijfer met drie nullen achter de komma lukt nog wel, maar 3678 pF in Farad te schrijven tot 10 in de zoveelste macht is niet iedereen gegeven. Meestal worden daar de grootste vergissingen meegemaakt.

De formule van Thomson reken ik het liefst uit in meters golflengte. Waarbij ik 2 π met 300 vermenigvuldig = 1884 en de overige zes nullen onder het wortelteken breng, en dan kan rekenen met mH en uF. Gyula rekent liever de frequentie uit en deelt alvast 1 door 2π, waarvan de uitkomst is afgerond 0,1592. Dat getal aanpassen door de komma te verschuiven, als hij de Henry of Farad onder het wortelteken wil wijzigen. Nee! Het zijn geen vuistregels maar voorbereidende berekeningen. Het leuke is dat als we beide getallen met elkaar vermenigvuldigen we weer op hetzelfde uit komen. Want 0,1592 X 1884 is 300. Nu nog weer de zes nullen er achter en we zijn weer bij de lichtsnelheid in meters (zie de getallen op het bord).

Terwijl Gyla en ik nog wat discussiëren voor het bord, heeft ondertussen iedereen de gelegenheid gehad om zich te voorzien van een kop koffie, en kan John aan zijn voordracht beginnen. Voor mij betekent het goed opletten om straks een redelijk verslag te kunnen schrijven. We hebben tijdens het opstellen van de apparaten al iets kunnen zien van een opname op een moderne dvd,  waarop iets te zien is van een Baird-televisie. Met slechts een definitie van 12 beelden per seconden en met een 30 vertikaal beeldlijnensysteem een wat mager plaatje, met een nauwelijks herkenbaar beeld.

Maar in de jaren 20 al een heel wonderlijke uitvinding. Het is een mechanisch systeem waarbij een schijf met verlopende gaatjes voor een kleine opening langs draait. De bekende schijf van Nipkow. Via een versterker wordt het signaal met 5 kHz breedte aan een neonlamp toegevoerd. De opname geschiedt met een selenium cel die weinig lichtgevoelig is en tijdens de opname veel licht nodig heeft. Voor de spreker of artiest is het vrijwel ondoenlijk om lang onder de grote hitte verspreidende lampen te vertoeven.

Al snel komt men op het idee om opnames te maken op 78-toerenplaten. De Phonovision wordt ontwikkeld, maar de lage beelddefinitie en het daarbij behorende kleine beeldje doet al gauw deze productie de das om. Van dit product is nog maar weinig terug te vinden. Het zal nog een lange tijd duren, voor er uiteindelijk degelijke beeldplaten kunnen worden gemaakt.

Op 24 juni 1970 wordt er in Berlijn door AEG TELDEC het TED systeem gedemonstreerd. Wel nog in zwart/wit maar een jaar later zijn er zelfs kleurenfilms verkrijgbaar. TELDEC verwijst naar Telefunken en Decca, waarbij de laatste vooral voor de meeste rechten van films en muziek. De afspeler lijkt op een soort grammofoonspeler.

John heeft een uniek gerestaureerd exemplaar, dat er fabrieksnieuw uitziet meegenomen en ook enkele 21 cm platen, welke zijn gemaakt van vrij dun PVC, waarop het nodige signaal is geperst. De plaat is in een papieren hoes en wordt ook met hoes en al in de speler geschoven. Dit om te voorkomen dat de groeven vervuild worden door stof of vette vingers.

De maximale speelduur is slechts 10 minuten. Het grote aantal groeven wordt bereikt door een dichtheid van 280 groeven per millimeter. Het is een 'hill en dale'-systeem dat we ook aantreffen bij oude Edison machines en Phathé grammofoonplaten.

Het zijn dus dieptevariaties, waarop een tangiale arm met een diamanten platte naald, waarop een piëzo-kristal is gemonteerd, de groef aftast. De arm beweegt zich recht over de plaat en wordt met de juiste snelheid via een schroefas met loopmoer verplaatst. De arm heeft daarbij enige speling zodat deze zelf de groef volgt. Een systeem dat al ver voor 1900 werd toegepast bij de Fonograaf machines. De plaat draait met 1500 toeren per minuut rond, waarbij elke omwenteling een volledig beeld wordt opgetekend. De afstand tussen de groeven is erg klein en ongeveer 3 tot 4 μm. De plaat zelf ligt niet op de draaitafel maar wordt door een centrale schotel aangedreven.

Bij dit hoge toerental wordt er een luchtkussen tussen de tafel en de folie gevormd, welke de plaat vlak houdt en verticale uitwijking begrenst. Alleen vlak voor de naald bolt de plaat iets omhoog, zodat de naald goed in de groef grijpt. Het zijn dieptevariaties en de naald moet de bodem kunnen volgen. Na iedere plaat moet de diamant van de TED-speler bijgeslepen worden. Er is een speciale slijprichting ingebouwd, die de diamantnaald automatisch enkele seconden tegen de slijpschuif drukt, als de plaat is afgelopen. De naald heeft slechts een korte levensduur van ongeveer 80 uur.

Gegevens van dit videosignaal zijn: er wordt een frequentiezwaai van 2,75 tot 3,75 MHz geregistreerd. De draaggolffrequentie van het geluid bedraagt 1,07 MHz met een maximale zwaai van 50 kHz. De horizontale definitie haalt 250 lijnen. De bediening van het 14 kilo wegende apparaat is vrij eenvoudig gehouden. Een aan/uit schakelaar en drie drukknoppen (play-select-stop) en een verlichte grote draaiknop. Met de draaiknop wordt de plaat uit de hoes geschoven en wordt de startprocedure geselecteerd. De knop geeft tevens de naaldpositie aan op een schaal van 0 tot 10 minuten.

De beeldplaten die John heeft meegenomen zijn meest kinderfilmpjes, maar ook een zwart/witte reclamefilm over de aanschaf van de nodige zaken als straks het kindje komt. Niet dat we daarop zitten te wachten, alhoewel het bij de ouderen toch herinnering oproept aan de dag dat zij voor de keuze stonden, welke kinderwagen ze zouden aanschaffen. In mijn tijd hadden de wagens met de grote luxe wielen de voorkeur, maar dat betekende diep tasten in de portemonnee.

Het gaat ons natuurlijk om de kwaliteit van de film te beoordelen en dat viel niet tegen. Natuurlijk waren we nieuwsgierig naar het inwendige van de machine, die veel weg heeft van een videorecorder. Maar eenmaal geopend, zien we een interessant mechaniek en ook hoe de plaat in het apparaat zich omkeert zodat de groef onder de aftaster komt. Het plaatje wordt er dus met de groef naar beneden in gestoken. Ook het slijpmechanisme wordt nu zichtbaar. Het is dringen om alles te kunnen zien.

Opgemerkt mag worden, dat we een hoogstaand staaltje van restauratiewerk zien; het apparaat ziet er uit alsof het zo uit de verpakking komt. Op diverse foto's is een en ander te zien en deze plaatjes hebben nauwelijks een ondertiteling nodig. Er werd nog lang nagepraat over deze beeld machine, toch iets wat je niet dagelijks tegenkomt.
Deze recorder zal ook geen lang leven beschoren zijn, want in 1975 komen de Japanse videorecorders eraan. SONY met het BETAMAX systeem.

Zo'n lezing maakt de mens hongerig; de schalen met stukjes kaas en diverse plakken worst waren binnen de kortst mogelijke tijd leeggegeten. Toch weer een gezellige en leerzame café avond!!

Piet van Schagen