Verslagen Radiocafé

Verslag 2 juni: Zender uit 1927 en minimalistische transceiver

Het aantal belangstellenden voor deze avond wordt steeds groter, ook nu weer zagen we veel nieuwe gezichten. Ook Haro van Panhuys, de coördinator van de TC uit Den Bosch had dit keer de lange reis ondernomen om toch vooral niets te missen van deze avond. Ook de heer W. Speekman PE7WFS de redactiesecretaris van het Electron bracht ons een bezoek. Met andere woorden weer een goed gevuld zaaltje.

Dit keer een uitgebreide lezing door Geert Paulides PA7ZEE en ondergetekende PA3HDY, beiden zijn wij bekend van het BTTF-project waarmee wij op vele locaties en in alle uithoeken van Nederland lezingen hebben verzorgd en demonstraties hebben gehouden. Ook verzorgen wij momenteel de N-opleiding zendamateur voor de VERON, Geert in Amstelveen en ikzelf Alkmaar. Wel maakte ik hierbij de kanttekening dat alle moeite om de cursisten de theorie bij te brengen, bij het slagen deze opgedane kennis al gauw bij enkele cursisten snel wordt vergeten. Thuis gekomen wordt gelijk de advertentie opgezocht waarin handzame twee meter transcievertjes worden aangeboden. Later toch weer direct teleurgesteld na aankoop als er door familieleden wordt gevraagd of er met het op een mobiele telefoon gelijkend apparaat ook foto's gemaakt kunnen worden. Nee dus!!

Gelukkig zijn er ook die zich verder verdiepen in de theorie en vervolgen met het F-examen, zelf schakelingen gaan nabouwen of ontwerpen en er mee experimenteren. Ook zijn er amateurs die zich verdiepen in heel oude ontwerpen en deze nabouwen om te ervaren hoe daar vroeger mee gewerkt kon worden. Misschien dat er leden zijn die dat volkomen achterhaald vinden en dat zien als nutteloze tijdverspilling. Je bent wel veel meer betrokken bij het berekenen van spoelen en afstemmingen en je doet er een hoop technische kennis mee op. De door mij meegenomen zender is daar een bewijs van.

Het is een zender, gebouwd naar een beschrijving in het Amerikaanse blad QST van mei 1927 door de assistant technical editor, Harold Westman.

Een ontwerp waarin twee UX-171 power amplifier tubes worden gebruikt. Beide buizen werken als dubbelfasige gelijkrichter en staan parallel geschakeld als Hartley-oscillator. Met andere woorden de voedingsspanning wordt niet eerst gelijkgericht door een dubbeldiode met de daarbij behorende smoorspoel en elco's. De trioden werken tegelijkertijd als oscillator, om beurten ieder een halve periode. Te vergelijken met een balans B-instelling van een LF-eindtrap en kunnen derhalve een flink vermogen leveren.

Daar beide buizen ook voor de gelijkrichting zorgen, wordt de 100% rimpelspanning gebruikt voor de toonfrequentie. Het apparaat is door mij in een wat moderner jasje gestoken, dat wil zeggen: niet op een plank gemonteerd maar met een degelijk metalen chassis. Als buizen heb ik gebruikt die van de Marconi zender 1154 uit de tweede wereldoorlog (Lancester bommenwerper). Het zijn trioden type VT105 ( CV1105, ML6 ) die 5 watt anodedissipatie kunnen verwerken en in de 1154 worden gebruikt als master-oscillator en LF- toonfrequentoscillator. Buizen met de voor ons vertrouwde vijfpens voet , echter met 6,3 volt gloeispanning. Een voor ons een wat wonderlijke combinatie.
De zender is slechts geschikt voor morse en levert een antennevermogen van 10 watt. Een fietslampje gemonteerd op een spoeltje van drie windingen gehouden bij de oscillatorspoel licht erg fel op, wat er op duidt dat er behoorlijk vermogen aanwezig is. Na de demonstratie ging de toch zware zender rond onder de aanwezigen en werd nauwkeurig bekeken.
Een een uitgebreide beschrijving van dit apparaat zou een wel erg grote tekst opleveren voor dit caféverslag, maar is binnenkort te lezen in het Electron van de VERON.

Ook Geert liet deze avond als voorbeeld van dergelijke zelfbouwactiviteiten zijn 80 meter zendontvanger bewonderen met slechts één ECC81, een dubbeltriode waarvan een helft als een kristalgestuurde zender in een Pierce oscillatorschakeling . Een bijkomend voordeel met dit type oscillator is dat je frequentieverdubbeling kunt toe passen. Met een 80 meter kristal kan dus anodekring afgestemd worden op 40 meter. De andere helft van de buis wordt gebruikt als teruggekoppelde detector. Het is een schema overgenomen uit een beschrijving van C.F. Rockey W9SCH in 1983. Een schakeling die al in Amerika eerder het licht zag met daarin de veel door amateurs gebruikte High-Mu dubbel eind triode de 6A6.

Het is een schakeling welke uitsluitend geschikt is voor A1A gebruik. Seinen middels onderbroken draaggolf in het ritme van morsetekens. Het aan de antenne geleverde vermogen met één triodedeel van een 12AT7 is ongeveer 350 mW. Natuurlijk werd deze apparatuur uitvoerig besproken en de werking uitgelegd. Foto's laten zien hoe het geheel op uniframe van AMROH is gemonteerd. Een chassisoppervlakte van 150 cm² waarop zowel de voeding en de complete zendontvanger met de benodigde forse spoelen een plaats hebben gekregen. Daar is tijdens de bouw duidelijk bij nagedacht om alles zo te rangschikken dat geen ongewenste oscillaties kunnen optreden.

Het toestel werd dan ook belangstellend bekeken. Een aardig detail is ook hoe Geert de verhoogde netspanning van 230 volt wist aan te passen op het voedingstrafootje, door aansluitingen te laten verwisselen van plaats. Al met al een leerzame verhandeling over een interessant ontwerp. Na afloop werd er nog lang nagepraat over antenneaanpassingen naar aanleiding van de door mij tijdens de demonstratie gebruikte sterk verkorte Fuchs-antenne met verlengspoel, een toch altijd wat moeilijk onderwerp en werd het white bord bijna zwart van de formules en berekeningen.

Geert vertelde over een wedstrijd waarbij de deelnemers met een zo klein mogelijk aantal onderdelen een werkende zender of zend/ontvanger bouwen en daar op Hemelvaartsdag radioverbindingen mee maken. De klasse van uitzending is A1A of anders gezegd telegrafie. Voor een transceiver mogen maximaal 100 componenten worden gebruikt. Als er minder componenten worden gebruikt kunnen er bonuspunten worden verdiend. Zie voor de regels: http://www.qrpcc.de De wedstrijd is bekend als QRP-MAS hetgeen staat voor Klein Vermogen Minimal Art Session.

In 2008 heeft Geert ook meegedaan. Hij heeft toen met 28 componenten een zend/ontvanger in elkaar weten te solderen. Die zend/ontvanger had hij meegenomen en was door de modulaire opbouw goed te begrijpen zonder dat er een schema moest worden getekend.

Voor dit jaar wilde hij iets anders met graag nog wat minder componenten. Bladerend in het Circuit Handbook van de G-QRP club van 1983, kwam hij een kant-en-klaar ontwerp tegen dat aan zijn wensen voldeed. Het was het “Complete ONE TUBE Amateur Station” van C.F. Rockey, W9SCH. Met de dubbeltriode mee kwamen er 22 onderdelen aan te pas, dus weer 6 minder dan de vorige keer. Door op de afstemcondensator van de ontvanger een mooie fijnregelknop te zetten kon er nog worden bespaard op de condensator voor de fijnregeling; dus zijn er dan nog maar 21 onderdelen nodig.

Met de nodige moeite en bijbehorende hilariteit, maar ook dankzij uitstekende aanwijzingen, tekende Geert het schema op het bord wat hieronder te zien is.

In zijn voorraad vond Geert verschillende ECC 81-buizen, zijnde de 12AT7 dus daar viel de keuze op. De ECC 81 stamt uit 1952 en Geert was toen als 12-jarig jochie druk in de weer met ontvangertjes op Uniframe van AMROH. Een vriendje was geabonneerd op Radio-Bulletin en Geert verslond na hem elk nummer dat uitkwam. Uniframe bestaat uit kant-en-klare aluminium chassisdeeltjes die met M4 boutjes en moertjes worden samengebouwd. De gaten voor buisvoetjes, potmeterassen etcetera zitten er al in.

Voeding
De voeding, die net als o.a. de telefoon en de seinsleutel niet meetelt in het aantal onderdelen, wilde Geert ook op hetzelfde Uniframe-chassis bouwen. Hij had een AMROH voedingstransformator type PC45-65 die 1 A gloeistroom kon leveren bij 45/65 mA anodestroom. Een seleencel 250 V/80 mA voor de gelijkrichting van de anodespanning paste mooi tegen de achterkant van het chassis. Voor de afvlakking vond hij nog een Novocon elektrolytische condensator van 16+16 μF bij 450 V samen met een AMROH-smoorspoel 6006, 60 mA, L= 6 H. Al deze onderdelen stammen uit de vijftiger jaren.

Toen de voeding klaar was is hij eerst wat spanningen gaan meten. In plaats van de vereiste 6,3 V stond er onbelast 7,3 V op de transformatoraansluitingen. De oorzaak van die hoge spanning is de gestegen netspanning. De onbelaste anodespanning was met 330 V ook aan de hoge kant voor de anodespanning van de ECC 81 die 250 V genoeg vindt. Door aan de secundaire kant de 230 V-netspanning aan te sluiten op de 240 V-aansluitingen werd dit probleem opgelost. De anodespanning aan de primaire kant is dan lager. Dat bleek na wijziging ook het geval te zijn. De gloeispanning was belast keurig 6,3 V en de belaste anodespanning bedroeg 246 V.

Kristal in FT-243 behuizing
Het HC25U-kristal, dat van een veel latere datum is, paste niet bij het geheel. Op een radiovlooienmarkt werd een paar FT-243 kristallen met bijpassende voetjes gevonden. De frequentie klopte natuurlijk niet, maar dat leek geen probleem. Na het losschroeven van de kleine kruiskopschroeven kon het bestaande kristalplaatje tussen de koperen plaatjes worden uitgehaald. In één houder paste het nieuwe kristal precies en was het een kwestie van het inkorten van de koperen plaatjes en daar de draadjes van het kristal aan vast solderen. Dekseltje er weer op en een etiketje met 3560 onder ‘FREQ KC’ plakken. Omdat door het voetje de kristallen gemakkelijk zijn te wisselen, terwijl dit niet tot meer onderdelen leidt, kon er nog een FT-243 houder worden gebruikt om daar ook een modern kristal in te zetten. Dat ging niet zo makkelijk omdat het kamertje net even te klein was. Met de Dremel is het kamertje een beetje uitgefreesd zodat er een 3575 kHz kristal in paste.

Aanpassing van roosterspanning
Het HF-vermogen was, met de roosterweerstand van 22 k zoals in het schema was aangegeven, met 200 mW aan de lage kant. In stappen is de roosterweerstand verlaagd naar 8k2 waarna er 360 mW uitkwam. De roosterspanning bedroeg – 2,9 V en de anodestroom 7,1 mA.

Inmiddels zijn met deze zend/ontvanger verschillende verbindingen gemaakt met radioamateurs in de omringende landen.

Piet van Schagen