Verslagen Radiocafé | ||
| ||
Als Vok Keijsper en ik die avond in Zaandam arriveren, bij het wijkcentrum Dirk Prins krijgen we gelijk de indruk dat het gesloten zou zijn. Voor de deur staan de heren Overbeek en van den Oever die toch van ver komen en ons vertellen dat de deur op slot staat en dat het binnen donker is. Vok telefoneert gelijk de beheerder maar krijgt een antwoordapparaat aan de lijn. Onder tussen komen ook Klaas Jellema en Wouter Blom eraan, geen grote opkomst, wat ook al jammer is. Corona angst is daar de oorzaak van ondanks dat ik toch al vaak heb verteld dat je het lot niet kunt ontlopen door thuis te blijven. Er is hier alles aan gedaan om besmetting te voorkomen. Een ruimtelijke opstelling van tafels en stoelen. Wat nu? Toch maar naar huis gaan? Maar dan komt er toch onverwacht een jonge dame aanlopen met de sleutels. Ter herinnering aan John Hupse had ik extra een Webster draadrecorder meegenomen. Na mijn lezing op 15 januari 2006 waarin dezelfde recorder uitgebreid is besproken heeft John nog eens extra uitgelegd de magnetische modulatie van de staaldraad. In feite een uitvinding van Marconi. Het was John zijn eerste voordracht zij het wel kort in ons radiocafé. Het was toen die avond zo druk dat we stoelen te kort kwamen. Wij zullen John Hupse missen met zijn interessante lezingen. Nu trok de Webster recorder minder aandacht, echter als ik vertel dat deze uit Suriname komt en er op het eind van de draad een opname staat van een moordproces, wordt men toch nieuwsgierig. Vooruit spoelen kan echter niet en een draad spoel duurt een uur lang. Toch maar even de recorder gestart en was pianiste Winnifred Atwell te beluisteren met haar boogie woogie rag nummer ‘The black and white rag’. Af en toe een lichte zweving, maar voor een oude recorder uit 1946 te verwachten. Helemaal afdraaien om het proces te horen daar werd van afgezien. Ondertussen maakte ik van de gelegenheid gebruik enige folders rond te delen. Ten eerste de beschrijving van de recorder. Klik op de afbeelding voor een grotere versie Ten tweede het ontstaan van het radiocaféprogramma. Het bestuur van de NVHR laat weten dat deze activiteit niet gebonden is aan de NVHR, alhoewel er altijd wel een aantal leden van de vereniging ter plekke zijn. Dat klopt iedereen mag deze voordrachten bezoeken tegen een kleine vergoeding om de onkosten (zaalhuur) te dekken. Deze voordrachten worden door radiotechnicus Piet van Schagen ook gehouden op andere plaatsen in ons land als daarom wordt verzocht. Ten derde de brief door mij gezonden aan Thorn Leeson in verband met de 5G microgolven met gepulste straling welke zeer hoog niet voor ons te horen geluid genereert.
Het wordt tijd de meegebrachte ontvanger Lizam ontvanger (eerder beschreven op 28/7-2009 verslagen radiocafé) aan te sluiten op een batterijvoeding 4 volt gloeispanning en met een generator opgewekte 40 volt plaatspanning. De luidspreker is een hoofdtelefoonschelp voorzien van een hoorn uit 1922. De radio is samengesteld uit originele onderdelen van een TELA-A4 Montrouch (GMR) radio uit 1923 zelfs de kast. Ik wilde een oude radio hebben voorzien van een meter uit die tijd, een radio die wel te vinden zou zijn maar onbetaalbaar. De milliampère meter staat geschakeld in het plaatcircuit van de detectorlamp. De ontvanger is nog uit de tijd dat er nog geen mens op het idee was gekomen om plaatjes te draaien en radio nog alleen werd gebruikt voor communicatie ontvangst middels morse. Bij geen HF-signaal laat de meter de plaatstroom zien van de detectorlamp. Bij een binnenkomend HF-signaal valt de meter een eind terug. Zo kan geluidloos afgestemd worden op een zendstation. Alles is eraan gedaan om er goed lijkend oud toestel van te maken met inwendig een etiket met tekst en stempel. Kenners hebben zeker veel tijd besteed om het toestel te controleren op echtheid. Als ik uiteindelijk verklap dat de naam is samengesteld aan de voornamen van mijn twee kleindochters Lizzy en Amber blijft toch bij velen ongeloof. Er is niets te vinden aan de constructie dat wijst op onderdelen van een tijdstip jonger dan 1924. Nou ja, het vernikkelde merk plaatje met de naam LIZAM en serie nummer 492. Daar had ik nog het meeste werk aan gehad om dat te maken. Gewoonlijk wordt een antiek voorwerp waar iets aan is veranderd of zichtbaar afwijkend wat het zou moeten zijn zonder dat herkenbaar bedrieglijk overkomt op veilingen een trompeurani genoemd. In woordenboeken niet terug te vinden maar tromper is bedriegen. Met deze radio behaalde ik in 1993 op een beurs van RADIOFIL in Les Vans Zuid-Frankrijk een eerste prijs. In hetzelfde jaar ontving ik in Rickewhir Elzas op een expositie van de CHCR als prijs een grote beker. Omdat ter plaatse in ons zaaltje geen omroepzender kan worden ontvangen met een voldoend sterk signaal, is gebruik gemaakt van de NVHR-reparatiezender die ik gebruik op de reparatiedagen. En is beschreven in het verslag radiocafé 18/2-2020. Piet van Schagen
Lezing magnetisme ( 2 Pi =10 ), Alkmaar Waarom te praten over Odysseus tijdens het wachten in de Jagerstraat voordat we mogen beginnen? Het gebeurde op Donderdagmiddag, ik was dit keer weer met de scootmobiel gekomen. Verscheidene bezoekers zaten er al na een korte begroeting liep ik verder om mijn losse spullen op te bergen in een van de veiligheid kastjes. Net op het moment dat ik mijn sleutels en telefoon er in leg komt er uit het toilet een schichtige jongeman die mij vraagt “Wat legt u daar nu in? ‘Ik antwoordde “Mijn pistool, want dat mag men tijdens de lezingen niet bij zich hebben!” Met een wat angstige blik haast hij zich om maar zo snel mogelijk zijn jas aan te trekken en te kunnen vertrekken. Al met al vergat ik mijn bodywarmer uit te trekken en ging bij de dokter zitten die mij straks zou aankondigen en mengde mij in het gesprek. Het kwam zomaar in mij op, eigenlijk als voorbereiding van de lezing die ik zou houden over magnetisme en vanwege een door mij bedachte vervalste ingreep in de eeuwen oude tekst van Homerus. Ik dacht daaraan onder het rijden met de scootmobiel. Ach vroeger viel dat onder algemene geschiedenis wat ik een leuk en interessant onderwerp vind. Ik had er een ruime voldoende voor in die tijd op de hogere school. Veel heb ik na jaren nog onthouden. Een naam die ons nu bekend in de oren zou klinken en digitaal overkomt. Als op zekere dag Palamedes hem vraagt mee te strijden tegen Troje, gedraagt Odysseus zich mongoloïde en laat zien dat hij zijn akker nog moet zaaien. Hij neemt daarvoor geen graankorrels maar een mand met zout mee, in de hoop dat hij vanwege zijn achterlijke geest gesteldheid thuis kan blijven. Palamedes hem kennende door ziet deze truc om afwijzend te staan tegen zijn gestelde vraag. Hij pakte het zoontje Telemachus, lag hem voor de ploeg op de grond waarop Odysseus schrok en gelijk weer de oude normale man werd. Palamedes kreeg zijn zin en Odysseus volgde hem naar Troje. Ik hield er geen rekening mee en kon het trouwens ook niet weten, dat de dokter vier jaar lang Latijn en Griekse geschiedenis had gestudeerd en dus verbaasd naar mijn verhaal luisterde en herkenbaar knikte bij genoemde feiten. Wat mij tot voorzichtigheid maande om verder geen fouten te maken. Als later Odysseus toch terug wil naar zijn Penelope met zijn dwars getuigde tweemaster, zorgt Palamedos ervoor dat Aiolus de god van de wind voor een absolute windstilte zorgt. Odysseus kijkt verschrikt naar het in verte naderende door vele roeiers voort bewogen Ramschip van Amageddom waarop Palamedes order heeft gegeven aan te vallen. Het voor die tijd een vooruitstrevend en welbewapende oorlogsbodem met op de voorplecht een vuurpot werper een zogenoemde Balista. Mocht het schip te dichtbij kunnen komen dan is het afvuren van dit duivels apparaat in staat het vuur in de tuigage te werpen en de zeilen te doen verbranden. Men wil duidelijk alles in het werk stellen om Odysseus te beletten weg te komen. Paniek natuurlijk op het schip van Odyseus nu de zeilen slap aan de ra’s hangen. Maar listig roept hij zijn bemanning naar het achterdek. Hij beval ze naar voren te kijken en diep in te ademen. Dan alle opspringen en flink uit te blazen. Let erop, tijdens het blazen geen contact met het schip te hebben! Vervolgens ritmisch te herhalen. Mocht de bemanning in eerste instantie denken hier mee een satanische dansuitvoering te bewerk stellen, dan blijkt al snel de reden van het krachtig blazen. De zeilen bollen zich en het schip krijgt vaart. Vrij snel zelfs want het Ramschip kan het niet bij houden. Al heel vroeg, ik meen met mijn negende jaar kreeg ik gitaarles van de muziekleraar Rensen. Noten lezen kon ik al daar er in mijn familie verscheidene musici waren. Mijn oom Heini accordionist leerde mij al heel vroeg het noten spel. Nee geen accordeon werd het, namelijk een te dure uitgaaf vooral omdat men nooit weet of de leerling ook echt jaar in jaar uit zal gaan studeren. Het werd dus een akoestische gitaar. De lessen waren niet zoals tegenwoordig met diagrammen zodat je kan zien hoe je de vingers moet zetten op de snaren en al na twee weken te kunnen verschijnen op het tv-scherm met een lullig liedje. Nee het moest vanaf het notenschrift gelezen worden. Ik weet nog dat in het lesboek 1 (er waren er twaalf) er als inleiding stond dat de Griekse halfgod Hermes lopend op het strand tegen een schild van een overleden schildpad schopte. Een nog overgebleven pees die gespannen over de openzijde van het schild daardoor zoemend meetrilde gaf Hermes het idee om daaruit de Lier te ontwikkelen door meerdere pezen aan te brengen. Hieruit ontstond de Luit die uiteindelijk de voorloper zal blijken te zijn van de gitaar. Later ben ik op zoek gegaan naar de stemming van de harp met vijf snaren waarop Nero speelde terwijl hij naar brandend Rome keek. Ieder die dat leest zal denken dat er een steekje bij mij is losgeschoten. Zelf ben ik ook muzikant (=iemand die aangename geluiden weet te halen uit een instrument), waarbij ik vaak word verweten dat mijn impromtu’s gebaseerd zijn op wiskundige varianten. Wonderlijk natuurlijk want de muziek werd al als meetkundig bezien door Pythagoras. Zelf ben ik liefhebber van de Rachmaninov preludes dat misschien enige invloed heeft op mijn manier van musiceren, alhoewel ik eerder denk dat mijn vingervlugheid veel verheelt. Bekend is dat mensen een natuurlijke aanleg voor de consonantie van octaaf, kwint en kwart hebben, om maar iets te noemen. Te weten dat de meetkundige verhouding overeenkomt met 1,2- 2,3- 3,4. Uiteindelijk kwam ik na veel onderzoek aan de anhemitonische pentatonische reeks waarbij geen kleine secondes worden gebruikt en is te vergelijken met noten Cis,dis,fis,gis,ais. De zwarte toetsen van piano. Mocht de Nero harp zo gestemd zijn, dan heeft dat toch Chinese invloeden. Ik mag aannemen dat Nero kans heeft gezien om in de toonsoort As te zingen, wat wel past bij het tafereel van de brandende stad. Het wordt tijd om te beginnen met de voordracht. De wortel uit 196 = gelijk aan Pi x de derde macht wortel uit 100 = 14 . Laat ik hiermee maar beginnen, er worden al gelijk zak japanners tevoorschijn gehaald. Historicus Piet van Schagen dpl Calcul_Scientist |