Verslagen Radiocafé

3 oktober 2017: Philips 895X en oorlogsherinneringen  

Een verslag van de voordracht gehouden op 3 oktober 2017. Hieruit blijkt dat niet de gehele avond over radiotechniek wordt gesproken. Dit keer meegebracht een Philips 895X chassis nog in ongerepte staat.

Tevens de bekende MG-zender met de tweemaal PF86 buisjes, om een niet met een al te groot storend vermogen uit te zenden. Daarbij een benodigde luidspreker, een 6 inch Isophon met ticonal magneet in een gesloten box. Bedoeld voor het radiotoestel en de benodigde recorder voor de modulatie van de zender.

Het Philips toestel, met een Linodyne drukknopafstemming, uit 1939, heeft helaas geen kast. Het toestel is lang geleden opgeborgen op zolder en is bezocht door een groot aantal houtwormkevers (Anobium Punctatum) die voor voldoende houtwormen hebben gezorgd zodat vrijwel de gehele kast is opgegeten. Opvallend is de voorkeur voor klankhout, want houtwormen zijn verzot op klankborden van luidsprekers. Ook in dit toestel is de luidspreker los gekomen en op het chassis gevallen, een EF9 is daarbij vernield.

Het toestel ziet er verder nog uit zoals het ooit de fabriek verliet. Het is dan ook nog origineel en prachtig om te zien hoe de bedrading is verzorgd en hoe de onderdelen zijn geplaatst.

De vraag of het nog werkt is ook eigenlijk niet van toepassing, het is ook niet de bedoeling om het daarvoor te gebruiken. Alhoewel ik zal straks proberen of dit toestel bereid is om wat te laten horen. Er zijn leden die gelijk alle condensatoren vervangen, daarbij de draden niet inkorten om langdurige verhitting te voorkomen waardoor de condensator inwendig zou kunnen beschadigen. Meestal zal het dan bij ondervinding nooit meer kunnen spelen, als een geleende soldeerbout van de buurman is gebruikt, die een loodgietersbedrijf heeft. Het is dan ook in feite geen echte Philips radio meer.

Lang geleden belde iemand mij op dat hij een oude radio wilde verkopen en hij had gelezen, in een artikel in de krant, dat ik die verzamelde. Het was in Alkmaar dus er maar gauw op af. Het bleek een 636A te zijn in erbarmelijke staat. Ook hier hadden wormen hun best gedaan en als toetje de luidspreker conus ook maar gelijk opgepeuzeld. Toch zag de kast er van buiten nog redelijk uit, wormen vinden fineer te hard en daar komen dan ook meestal geen gaten in.

Nadat we de prijs overeen gekomen waren, wilde ik het toestel optillen waarop de man zei: “Let op  van onderen optillen”. De kast voelde aan als een slappe plastic zak, al het hout tussen het fineer was weg. Tijdens een succesvolle restauratie heb ik de kast leeggezogen tussen het fineer en daarin met fietsspaken een bewapening aangelegd. De kast met de achterzijde naar boven gekeerd op de werktafel gelegd en de fineer omhulling met beton gevuld. Na een paar dagen drogen was de kast steviger dan ooit. Alleen nog nauwelijks te tillen.

Toch is het  uiteindelijk een redelijk mooie radio geworden zelfs met het origineel luidspreker doek. Later mee genomen naar de NVHR-beurs en nog voor dat het tijd was om alles naar binnen te brengen zag een verzamelaar het prachtig gepoetste toestel op mijn achterbank van mijn auto staan. Hij wilde deze kostbare Kathedraal wel overnemen. Nu is het niet de bedoeling om voor de deur al te verkopen, maar om dat zware ding in mijn eentje naar binnen te sjouwen daar zag ik toch wel tegen op. Het is een zwaar toestel liet ik hem weten, maar dat begreep hij wel.

Echter als we het samen uit mijn auto tillen valt dat hem wel wat tegen. Zware trafo’s en een forse luidspreker dat maakt het erg zwaar, was ik hem voor,  alvorens de man misschien argwaan zou krijgen. Eenmaal achter in zijn auto gezet was wel te zien dat zijn achterbanden er wat slap bij stonden. Maar waarom zeuren, de prijs was er naar en normaal wordt het dubbele voor zo’n radio betaald. Als ik even later zie dat de man al met iemand anders aan het onderhandelen is haal ik opgelucht adem, geen gezeur straks over garantie en andere ongein.

Ondertussen maakte ik even tijd om de middengolfzender warm te laten worden en de radio demonstratie klaar te maken. Ik had vooraf al een lijst met punten gemaakt, waar ik over zou spreken en gelijk enige eerder binnen gekomen vragen te bespreken. Waaronder een vraag over  de EAB1 met zijn drie dioden en natuurlijk over de zoveelste lekke koppelcondensator.

Op 10 mei 1940 brak de oorlog uit en ik zat toen in de vierde klas van de lagere Lavendelschool in Amsterdam noord met uitzicht op de Fokkerfabrieken.
Wij woonden daar vlakbij en met mijn schoolvrienden waren we vaak te vinden aan de waterkant en konden aan de overkant bij de fabriek een watervliegtuig zien liggen. Een dubbelstaart G1 met twee motoren. Echter net voor de oorlog begon was dat verdwenen en naar wij hoorden gevlucht naar Engeland. Oud jachtvlieger Govert Steen die nog nooit eerder een watervliegtuig had bestuurd wist hiermee, met nog drie anderen, te ontsnappen.
De Duitsers begonnen gelijk met het bedekken van de loodsen met camouflagemateriaal en daar werden later rieten huisjes opgebouwd waar de deuren en ramen opgeschilderd werden. Vanuit de lucht leek het een normale woonwijk. Wij waren daar veel te vinden en mochten van de Duitse soldaten het luchtafweergeschut bekijken, die ons vertelden dat deze Flak (Flugabwehrkanone) dienen om vliegtuigen met hun 8,8 cm granaten uit de lucht te schieten. We kregen zelfs uitleg over de azimut (horizoncomponent) en elevatieklokken om het kanon te richten.

Alle informatie kon begrijpelijk belangrijk zijn om door te geven aan onze ouders. Onze school was ondertussen bezet en op het dak werd een zoeklicht geplaatst. Wij moesten nu naar de Azaleaschool, en deze delen met de leerlingen daar. De ene week ‘s morgens en de andere week ‘s middags. Gezien het regelmatige luchtalarm waarbij we allemaal de school uit moesten, kwam er van leren weinig terecht.

Op zaterdag 17 juli 1943 werd een poging gedaan de Fokkerfabriek te bombarderen. Het fluitende, schrille geluid van de neerkomende brisantbommen zal ik nooit vergeten. We waren na de daverende klappen gehuld in een enorme stofwolk. De klok viel van de schoorsteenmantel en bleef op tien over negen in de ochtend stil staan. Ons huis bleef gespaard wel was er een grote bomscherf door de tuindeur naar binnen gevlogen.

Fokker werd niet geraakt maar onze woonwijk wel. Een door mijn vader gebouwde versterker met ingebouwde luidspreker, die weggebracht had moeten worden, die dag, naar de banketbakkerij in de van der Pekstraat, kon blijven staan, want het pand van de bakker was getroffen en de familie had het niet overleefd.  Het postkantoor tegenover dat pand was ook geraakt, gelukkig had de hoofdbesteller na het luchtalarm zijn personeel voor het eerst nu eens laten plaatsnemen in de schuilkelder, die achter in de tuin was gebouwd.

De versterker is nog lang door ons zelf gebruikt. Ook  misten we in onze klas op school na deze fatale dag twee kinderen. Een week later werd nogmaals een poging gedaan om de fabriek te vernietigen ook zonder resultaat en dan drie dagen later werd er pas succes geboekt. De hele buurt was ondertussen een totale puinhoop . Al eerder hadden de bewoners de ramen afgeplakt met stroken papierplakband tegen het breken ten gevolge van luchtdruk. Onze ramen waren derhalve nog redelijk heel.

Mijn vriendje en ik waren geen sportjongens, die graag achter een bal aan holden, we studeerden buiten onze school muziek. Mijn vriend piano en ik klassiek gitaar. Maar ook bezig met natuurkundige proeven waaronder natuurlijk ook radio maar vooral met scheikundige proeven. In 1943 mocht ik het boek kopen van Dr. Rompp “Scheikundige proeven die slagen”. Een vijfde druk op slecht papier. Dat was zichtbaar leuker dan radio vanwege pruttelende vloeistof in een glazen erlenmeyerkolf of reageerbuis. We hebben daar veel plezier aan beleefd en zelfs ontstekers mogen maken voor het verzet. De benodigde materialen zoals bijvoorbeeld kaliumchloraat, salpeterzuur en wat er al zo nodig was kochten bij verschillende zaken om niet op te vallen.

Het boek namen we mee en wezen dan naar onschuldige proeven die geen kwaad konden. Het voor Thermiet benodigde hamerslag maakten we echter zelf door roestige ijzeren voorwerpen af te schrapen, nog een heel werk om voldoende bij elkaar te krijgen. Het benodigde aluminium poeder werd met een fijne vijl verkregen.

In dat jaar kwam ik op de Mulo en dat werd hard studeren. Wel zeker minstens 16 vakken die in verschillende schoollokalen werden gegeven. Ieder uur was het wisselen van leslokaal. Duits kregen we van een hoogleraar, maar al snel begrepen wij dat hij deze titel kreeg omdat hij zijn lokaal op de hoogste verdieping had. Het was een wat oudere man die zijn viool meebracht om ons te begeleiden bij liederen van Heinrich Heine. Nog altijd ken ik de volgende tekst: “Ich weisz nicht was soll es bedeuten dasz ich so traurig bin. Ein Märchen aus uralten Zeiten das kommt mir nicht aus dem Sinn”.

Het lastigste vak vond ik plantkunde, de opdracht voor huiswerk was meestal het plantje meenemen, daar was dan een botaniseer trommel voor nodig. Ik merkte tijdens deze voordracht dat verschillende aanwezige instemmend knikten. Moeilijker werd het, als op het laatst de elektriciteit ook nog werd afgesloten. Dat betekende ‘s avonds huiswerk maken bij een olielampje. Een mosterd glaasje gevuld met olie waarin een kurk dreef met een katoenen pit.

Op weg naar school zochten we op straat granaatscherven afkomstig van de Flak die ‘s avonds als de vele Lancasters en Vliegende Forten met luid gedreun van de motoren overvlogen richting Duitsland, deze probeerden te raken.

Naast onze woning in de Distelstraat op nummer 24 werd de waarheid gestencild het CPN-orgaan en werden door het verzet vergaderingen gehouden. De leiding berustte bij Henk van der Zande (de schuilnaam van Frits Israël). Op 15 augustus 1944 de dag  na mijn verjaardag werd daar een inval gedaan door enige geüniformeerde en bewapende Hollandse landwachters (WA / NSB-ers).

Wie ons heeft verraden is nooit bekend geworden. Er waren foute Nederlanders die stiekem briefjes stuurden naar de Sicherheitspolizei, met mededelingen over bewoners die Joden lieten onderduiken, hun radio niet hadden ingeleverd of andere zaken die de Duitsers zagen als hoogverraad.

De gehele actie gebeurde onder leiding van een Duitse officier. De straat werd tevens aan beide zijden geblokkeerd. Ook Joodse bewoners werden gelijktijdig opgehaald en in vrachtwagens geladen. Een van de landwachters vond in de woning de vriendin van Henk boven in de slaapkamer en sleurde de vrouw aan haar lange zwarte haar de trap af  met de woorden “Auch eine Jude !!” Henk trok daarop zijn revolver en schoot op de smeerlap. Hij moest daarop maken dat hij weg kwam maar werd achter in de tuin doodgeschoten.

Het zal bij deze onverlaten bekend zijn geweest dat op nummer 23 een radioreparateur woonde en ook wij kregen bezoek van deze landwachten bewapend met hun hagelgeweren. Dat ging niet zachtzinnig. Mijn vader moest met de Duitse officier naar boven en daar vond deze begrijpelijk veel radiomateriaal en meetinstrumenten. Mijn vader liet weten dat hij dat bewaarde voor als de oorlog voorbij zou zijn.

De officier liet mijn vader weten dat hij die rommel beter kon opruimen om ellende te besparen als die gasten beneden dat zien hebben ze gelijk een goede reden je hier ter plekke neer te schieten. Weer beneden liet hij de landwachten weten dat alles boven in orde was. Een van de landwachten wees nog naar een paar voor hem wonderlijke met draad bespannen houten kruisen, maar daar werd gelukkig verder geen aandacht aan besteed.

Het waren raamantennes, ook wel de moffenzeef genoemd, die mijn vader verkocht om de Duitse stoorzenders te verzwakken, op zich al erg riskant. Als de hele horde gespuis weer buiten staat geeft mijn vader ons een wenk om niet te praten! Er werd namelijk een afluistermicrofoon door de brievenbus gehangen! Stel dat je onderling ging praten over de mazzel dat er niets was gevonden dan kon je gelijk mee op een van de vrachtwagens. Het liep dus nog goed af, alleen mijn cadeau, een E443H, was verdwenen en een pak schema’s was meegenomen als zijnde gecodeerde brieven met gegevens.

Luisteren naar de Engelse zender Radio Oranje op de 373 meter, deden we ondanks onze jonge leeftijd uit nieuwsgierigheid met een kristalontvanger die we zelf hadden gemaakt. De radio’s moesten  in april 1943 ingeleverd worden  en veel werden er verstopt. In houten theekisten omdat deze aan de binnenzijde van tinfolie waren voorzien en de kist met inhoud werd begraven in de tuin. Na de oorlog opgegraven bleek toch het toestel aangetast te zijn door vocht en vreemde beestjes.

Handiger leek de zolder onder wat oude kleden. Vermoedelijk is dat de deze avond meegebrachte radio ook overkomen. Heel handig om dan maar een kristalontvanger te maken die gemakkelijk na gebruik weggestopt kan worden. Maar zie alle onderdelen maar eens bij elkaar te scharrelen. Gelukkig kon ik veel thuis vinden in de werkplaats van mijn vader. Het belangrijkste onderdeel was de detector, een apparaat waarin een kristal middels een beweegbaar veertje zorgde voor het hoorbaar maken van de zender mits de spoel goed was afgestemd. Evengoed nog niet zo eenvoudig. “Detecter” betekent in het Frans opsporen, de lessen op de Mulo waren er duidelijk niet voor niets! Vandaar de naam detector. Het zou handiger zijn om een detector te hebben die zonder meer gelijk werkt. Die zijn er ook maar dat zijn radiolampen en daar komt voeding bij kijken.

Wij vonden een Westector type WX6, een koperoxide metaal diode, die onze ingewikkelde handbediende detector kon vervangen. Benieuwd hoe zo iets precies werkt maakte ons nieuwsgierig, Men schreef dat het een soort kleppen zijn die een stroom in één richting doorlaten. Bij een viertakt motor zijn er ook kleppen; een voor het inlaten van gas en een andere om het verbrande gas te laten ontsnappen. De kleppen zijn aan elkaar gelijk en de stromen juist ten opzichte van elkaar in een tegengestelde richting.

Zouden dan dioden anders werken?  Ik zie het als een lange gang met in het midden een deur die vanaf een kant opengedrukt kan worden. Aan de andere zijde zijn geen hangrepen of andere mogelijk heden om deze te openen. Iemand staat juist aan die kant en kan dus niet verder. Nu komen van de andere zijde enige mensen aanlopen en de deur zwaait open. De wachtende man maakt van deze gelegenheid gebruik om er snel door te glippen. Hieruit blijkt dat een diode of open is of dicht echter slechts aan een kant te bedienen.

In dit schema is de derde diode getekend die middels twee hoogohmige weerstanden R14  twee maal =4,7 MOhm en R26= 1,5 MOhm, zijn verbonden met zowel een negatieve en positieve spanning.

De negatieve spanning is regelbaar. Stel dat de negatieve spanning lager is dan de positieve dan is de anode van de diode positief. Met gevolg dat er stroom loopt en tussen A en B slechts de lage inwendige weerstand van de diode staat. Ten opzichte van de beide hoogohmige weerstanden is de diode tussen A en B een bijna kortsluiting.

Verhogen we geleidelijk de negatieve spanning middels de regelweerstand, dan zal, als de negatieve spanning op de anode van de diode groter wordt dan de aanwezige positieve spanning, de diode niet meer in geleiding staan en dan kan de negatieve spanning tussen A en B gemeten worden.

In het drie-dioden-systeem wordt deze truc toegepast en is de negatieve spanning afkomstig van de AVR, die bij het blokkeren van de diode de twee voorgaande buizen van negatief kan voorzien.

Een en ander werd tijdens de voordracht uitgebreid besproken en toegelicht. Met andere woorden: dit is slechts een verslag waarover is gesproken en het is handiger, dat als men belangstelling heeft, om deze avonden te bezoeken in Zaandam.

De radio was jammer genoeg moeilijk aan de gang te krijgen. Omringende stoorsignalen verdrongen zelfs de draaggolf van de meegebrachte middengolf zender. We hadden ook geen antenne gespannen, wat eigenlijk wel gedaan had moeten worden. De EM4 (nieuw uit doos voor deze gelegenheid) liet wel zien met fel groen licht dat er signaal voldoende binnen kwam met het afstemmen. Maar de modulatie was niet in het gebrom te horen of misschien was dat niet aanwezig.

Het chassis trok ondanks dat toch veel bekijks.

Ik bood de nieuwe EM4 nog aan compleet met het gehele chassis  met 100% buizen voor minder dan de gangbare prijs die men voor één toveroog betaalt, maar niemand toonde enige belangstelling.  Dat betekende dat ik het zware chassis weer mee naar huis moest nemen.

Tekst:  Piet van Schagen Rt
Foto’s:  Klaas Jellema