Verslagen Radiocafé

Verslag 17 december 2011: Jaarafsluiting 2011

Terwijl ik nog druk bezig ben de laatste binnengekomen brieven te beantwoorden met vragen aan de technische commissie gaat de telefoon.
Niet iedereen heeft een computer, met gevolg dat er nog altijd post wordt bezorgd, verstuurd door leden die vragen hebben over een van hun pas verworven toestellen. Graag wilde ik dat nog afhandelen alvorens het nieuwe jaar begint. Aan de telefoon is het Dick Zijlmans, die mij vraagt waar ik blijf en vertelt dat zij al aan de soep gaan beginnen. Mijn antwoord is dat ik gelijk in de auto stap. Hoe kan ik dat nou vergeten! Zelf heb ik iedereen aangeschreven dat het deze keer om vijf uur in de middag begint.
Zelfs op het moment dat ik de telefoon opnam dacht ik nog, ik zal de oliebollen wel moeten ophalen in het winkelcentrum de Mare. Maar nee, ik was het totaal vergeten en had Dick mij niet gebeld dan was ik pas om acht uur in Wormerveer geweest.

Al onderweg in de auto bedacht ik, dat ik nog gas moest tanken maar in de haast had ik mijn portemonnee vergeten. In mijn jas had ik nog twee briefjes van vijf, te weinig om daarmee een pompstation te bezoeken. Stel dat ik per ongeluk meer dan tien euro tank!! Gelukkig heb ik ook nog wel een paar liter benzine aan boord en in ieder geval dus geld voor de gele donatiebak straks. Even over zessen parkeerde ik daar voor de deur in Wormerveer. Boven gekomen zag de aanwezigen in een rij bij de tafel staan waar de soep ingeschept kan worden in de daarvoor plastic borden. Ook plastic bestek, maar ik had zelf een lepel meegenomen.

In de keukenruimte zat Dick met enige leden gezellig te praten en het laat zich gemakkelijk raden, deze gesprekken  gingen waarschijnlijk over het aanstaande NVHR-feest of de belevenissen met nalatenschappen.

De etenswaren stonden opgesteld in de Vintage Salon, waar ook onze NGG-vrienden bezig waren met plaatjes draaien. Mijn accordeon had ik thuis gelaten, al eerder had ik ervaren dat verzamelaars niet zulke muziek waarderen, tenminste dat was mij verteld en trouwens onze zanger van zeemansliederen kon niet aanwezig zijn. Dus dan maar draaitafelmuziek alhoewel dat dit keer ook op een laag pitje stond.

 

In de radiocaféruimte was nauwelijks iets te horen. Ik zag wel dat onze Renée de verboden Dave Brubeck LP voor mij verborgen probeerde te houden. Niet dat wij dat slechte muziek vinden, maar we willen ook wel eens wat anders horen dan een kwartier lang durende drumsolo. Overigens was hij wel de enige die een wel heel apart geschenk kreeg. Tenminste er lag daar zomaar een cadeautje tussen zijn platen. Een tijdje terug had Renée zo’n uitbundig plezier bij het lezen van een advertentie in een krant die we meegenomen hadden. Het ging over een intieme spray voor mannen. Dat heeft toch iemand bewogen daar op voort te borduren en voor René een leuk  hebbedingetje ingepakt met een limerick gedichtje.

We moesten natuurlijk allemaal het gedicht lezen en hij had de grootste lol en was er zo te zien heel erg blij mee.
Ondanks mijn late komst was er toch ook voor mij nog voldoende soep in de ketel.

De soep smaakte verrukkelijk en je zag iedereen heerlijk smikkelen.

Het liep dan ook storm bij de ketels met soep en meerdere malen liep men daar heen om nogmaals op te scheppen.

In de radiocaféruimte waar ter opluistering een wel heel oude luidspreker met bekrachtiging stond opgesteld, werd nu eens geen lezing gehouden maar werden er onderling diverse belevenissen verteld.

Zo kwam ik snel met het verhaal over een tv-reparatie lang geleden bij twee bejaarden mensen. Bij het binnenkomen bleek de kamer vol te hangen met slingers en versierselen. Begrijpelijk was mijn eerste indruk, er zal wel iemand jarig zijn. Echter bij de vraag wie mag ik feliciteren schudden beide oudjes het hoofd. Dan zeker zoveel jaar getrouwd?  Ze schoten in de lach bij het zien van mijn vragende verbazing en zeiden: “Nee het is ons vogeltje.”

Nu zag ik het geelgekleurde vogeltje in zijn kooitje dat aan een kettinkje in een hoek van de kamer hing. Gezien de manier waarop het beestje op het stokje zat en floot leek het mij  duidelijk een mannetje. “Is die kanariepiet dan jarig?”; vroeg ik. Dat bleek niet het geval, ze hadden de vogel vorige week gekocht maar konden niet goed een naam voor hem vinden die echt goed bij hem past. Maar vanochtend hadden ze een mooie naam voor hem weten te bedenken. ”En?“; vroeg ik: “Hoe noemen jullie nu het vogeltje ?”  “Onanientje”; was het antwoord. “Hoe komen jullie aan zo’n wonderlijke naam?”; vroeg ik uiterst verbaasd. “Ach”; sprak nu de oude man: “Hij morst zo met zijn zaad”.

Dan komen al gauw de verhalen over het tweede net, lang geleden met het inbouwen van een Schwaiger tuner of een Ormatu Electric, om het tweede net te kunnen ontvangen met de tv. Vooral het boren van een gat opzij van de kast om de knop aan te brengen. Een mevrouw die mij aanstalten zag maken om het gat te boren schrok daar van en riep: “Nee toch!”
Elke dag ging zij met een doek over de kast heen om het prachtige toch dure toestel netjes te houden. Ik zei haar dat het nodig was maar zonder het te merken door dat ik wat werd afgeleid zakte mijn boor zo’n vijf centimeter met gevolg dat ik aan de andere kant bijna een MF-trafo om zeep hielp. Dus toch maar een tweede gat wat hoger geboord. Mevrouw had het niet meer. “Mijnheer, moet dat nou?”
Ik knikte maar ja.  Ik heb het later afgedekt met een dopje met de woorden dan kunnen we er later bij als het nodig is om het af te regelen. Antal Fail keek mij aan, hij kende deze tuners ook.

De familie van der Vinden had een grote plastic zak meegebracht met leuke kleine zakjes voorzien van een grappige gemaakt poppetje. Zakjes gevuld met onderdelen zoals weerstanden maar ook  LDR en NTC-weerstanden, zener en gewone diodes, musistors, navistors, alles nieuw en zeker heel goed bruikbaar voor de zelfbouwers.

Al snel ging het gesprek over lift- en hijstechniek en niet te vergeten de technische dienst van de PTT.

Ook Jan Schuurbiers zijn vrouw had gewerkt bij de PTT, de storingsdienst van de telefoondienst op de Hobbemakade in Amsterdam. Daar had zij mij vaak gezien en zich vaak afgevraagd hoe het mogelijk kon zijn dat ik zomaar mocht parkeren met de auto op de binnenplaats. Dat was slechts toegestaan aan directieleden en hoger geplaatsten. Zoals bijvoorbeeld ingenieur Bangma. Zelfs deze laatste liep als ik net de wagen had neergezet in een vak op mij toe en begon zo op afstand te zien zelfs een amicaal gesprek met mij. Dat zou er op kunnen duiden dat ik zeer hoge functie zou moeten bekleden of er moest iets anders aan de hand zijn.

Ik kon haar nu uit de droom helpen. Mijn auto werd als dienstauto aangemerkt omdat ik deze gebruikte in mijn functie als chef liften in een gebied dat geheel Noord-Holland besloeg met Texel erbij en in geval van nood of storing zo snel mogelijk ter plaatse moet kunnen zijn. De vriendelijke gesprekken hadden echter te maken met de Pater Nosterlift. Deze voor de ingenieur bijzondere wonderlijke en  technisch vernuftig zijnde liftinstallatie, had zijn grootste aandacht. Elke ochtend bleef hij even staan om alle achttien prachtige mahoniehouten kooien voorbij te zien glijden.

Daarna zo nodig snel naar de binnenplaats gelopen om de portier te vragen of van Schagen al was gearriveerd. Stond ik dan al toevallig naast mijn auto dan liep hij naar mij toe en zei na een korte vriendelijke begroeting Kooi 8, 12 en 16. Dan draaide hij zich om en ging weer naar boven, de vierde verdieping “Het Gouden Laantje” waar hij kantoor hield. Deze getallen waren de nummers van de kooien waar het licht niet van brandde.

Nu is het bijzonder moeilijk in een dergelijke lift licht aan te brengen in de kooien. Om dat toch voor elkaar te krijgen waren er in de schachten waar de kooien daar lopen zowel links als rechts van kooi over de gehele lengte twee stroomgeleiders geplaatst van T-ijzer. Op de kooi bevonden op het dak ter weerzijde twee  koolrollen met een doorsnede van 12 cm en een dikte gelijk aan die van de geleider van 2 cm, die met een veer tegen de geleider worden gedrukt. Op de geleiders staat 24 volt en zo konden plafonnieres aangebracht worden in de kooi zelf. Die rollen sleten nogal snel en soms bij het overgaan naar de andere schacht waarbij het licht even uitviel kon het gebeuren dat er een rol brak. Afijn het was altijd een zwarte bende boven op de kooien. Als je daar aan had gewerkt zag je er uit als een kolenboer. 

Een oude gepensioneerde liftmonteur  meende lang geleden een oplossing gevonden te hebben en had de rollen vervangen door rollen van messing. Dat gaf een herrie die men door het gehele gebouw kon horen alsof tramlijn 17 door een bocht ging een brug op einde de Overtoom. Dus toch maar weer terug naar de koolrollen. Nu ging dat gezeur met die rollen mij danig vervelen en heb ze er zonder enig overleg afgehaald. Al snel kwam een der dagen mijnheer Bangma naar mij toelopen en telde van 1 tot 18. Ik zei dat klopt mijnheer. Van de week had ik door vonken en koolstof begin van brand op kooi 7 en om te voorkomen dat het gehele gebouw afbrandt ben ik zo brutaal geweest in te grijpen en heb de verlichting uitgeschakeld. Mijnheer was even stil en zei toen: “Goed gedaan, brand moeten we zonder meer voorkomen, laat het maar zo.”

Ook Anton van den Oever wist ons te boeien met interessante verhalen over zijn werk. Vooral hijskranen en aandrijvingen waar hij toch veel leuke anekdotes over weet te verhalen.  Het was toch erg gezellig en het gesprek ging weinig over radio’s. Wel werd er even gesproken over nieuwe aanwinsten. Zelf liet ik weten dat alweer een tijdje geleden iemand mij een kistje bracht met ongeveer dertig Ducretet spoelen met de woorden: “Ik doe er toch niets mee, zie maar wat u er mee doet.“ Op mijn vraag: “Hoe komt u aan mijn adres?”; antwoordde hij: “Ik hoorde uw naam noemen op een veiling in Chartres als kenner van van Ducretet toestellen. Thuis had ik nog deze kist al jaren staan met deze spoelen, nog van mijn overleden vader en daar staat ook deze naam op. Dus ik dacht daar weet ik nu wel een bestemming voor”.

Een leuke aanwinst, waar toch ook diverse laterale spoelen bij waren die juist nodig zijn voor de latere Piano Ducretet modellen.

Als het weer tijd wordt om op te stappen worden de zakjes uitgedeeld, daar er meer dan genoeg is krijgt ieder er twee.

Het uitdelen moest natuurlijk secuur gebeuren zodat ik niemand zou overslaan. Vandaar dat ik vraag of iedereen voorzien is van de leuke surprise met dank aan de familie Vinden.

Louis houdt het stevig vast zo te zien op onderstaande foto. Hij zal het straks thuis wel aan Jack de beer geven.

Als ik later langs de gele bak loop deponeer ik daar de twee vijf eurobiljetten in. Misschien wat teveel , maar vorige keer had ik het vergeten. Nou ja het was ook een goed verzorgde avond en ik heb mij wel vermaakt. Eenmaal in de auto schakelde ik over op benzine en ging weer op weg naar huis.

Piet van Schagen